Aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzende voornaamwoorden
die
dat
deze
zulk
wie
wat voor
wiens
welk
zo'n
diegene
wat
1 / 12
volgende
Slide 1: Sleepvraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzende voornaamwoorden
die
dat
deze
zulk
wie
wat voor
wiens
welk
zo'n
diegene
wat

Slide 1 - Sleepvraag

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 2 - Quizvraag

In welke zin staat geen aanwijzend voornaamwoord?
A
Ik vind zulke dieren echt eng.
B
Dat doen jullie al erg goed, top!
C
Wij zijn aan het oefenen voor de toets van taal.
D
Die toets doen we donderdag.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Ik wil deze boterham graag opeten.
A
wil
B
graag
C
deze
D
ik

Slide 4 - Quizvraag

Welk aanwijzend voornaamwoord kun je hier invullen?
Ik pak een broodje uit.....mand daar.
A
deze
B
die
C
dat
D
dit

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Hij heeft dit boek gelezen.
A
dit
B
boek
C
hij
D
deze

Slide 6 - Quizvraag

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:

....paaseitje hier is veel groter dan dat eitje daar.
A
deze
B
dat
C
die
D
dit

Slide 7 - Quizvraag

Hier in ... zaal staan oude radio's.

Wat is het meest passende aanwijzend voornaamwoord?
A
deze
B
dit
C
die
D
dat

Slide 8 - Quizvraag

... mobieltje hier is uit het jaar nul.

Wat is het meest passende aanwijzend voornaamwoord?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
A
jij
B
haar
C
deze
D
welke

Slide 10 - Quizvraag

Aanwijzende voornaamwoorden.
...schilderij daar bij de ingang springt meteen in het oog.
A
Dat
B
Die
C
Deze
D
Dit

Slide 11 - Quizvraag

Gaan jullie mee naar deze voorstelling?

Wat is hier het aanwijzend voornaamwoord?
A
gaan
B
jullie
C
die
D
voorstelling

Slide 12 - Quizvraag