52. Thema 7, week 1 Les 2: Aanwijzend voornaamwoord

Welke aanwijzende voornaamwoorden ken jij?
1 / 27
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welke aanwijzende voornaamwoorden ken jij?

Slide 1 - Open vraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Wanneer is dit monument gemaakt?

Slide 2 - Open vraag

Doel van de les:
Jullie kunnen een aanwijzend voornaamwoord herkennen, benoemen en gebruiken in een zin.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord:

Ik pak deze schep wel morgen.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord:

Ik loop achter die man aan.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke aanwijzende voornaamwoorden horen bij het lidwoord
de

Slide 11 - Open vraag

Welke aanwijzende voornaamwoorden horen bij het lidwoord
het

Slide 12 - Open vraag

deze hond 
dit hondje
die hond
dat hondje
Als iets dicht bij je is gebruik je deze of dit.
Als iets verder van je is gebruik je die of dat.

Slide 13 - Tekstslide

DAT filmpje van net was al heel leuk maar DIT filmje hier is ook de moeite waard!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is het aanwijzend voornaamwoord:

Slide 16 - Open vraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord:

Slide 17 - Open vraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord:

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Waar zie ik 2 aanwijzend voornaamwoorden voor
DICHTBIJ.
A
Deze, Die
B
Dit, Dat
C
Dit, Deze
D
Die, Dat

Slide 20 - Quizvraag

Deze
Die

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:

....paaseitje hier is veel groter dan dat eitje daar.
A
deze
B
dat
C
die
D
dit

Slide 25 - Quizvraag

Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord.

Slide 26 - Open vraag

TAAL
 Thema 7, week 1
Les 2

VANAF OPGAVE 1 L

PLUSSEN

Slide 27 - Tekstslide