Koningen willen hun land vanuit een punt besturen . In de 17e eeuw lukte dat een aantal koningen. Sommigen verkregen zelfs absolute macht. Dat betekent dat alle macht in handen is van één persoon. De koning nam alle beslissingen en iedereen moest hem gehoorzamen. Die manier van besturen heet absolutisme.
De Franse koning Lodewijk XIV was de eerste koning met absolute macht
De meeste landen in Europa werden door koningen bestuurd. Een aantal koningen kreeg zelfs absolute macht. In de Nederlanden hadden de Spaanse koningen ook geprobeerd hun macht te vergroten. Maar in de Republiek was dit niet zo: Ten eerste hadden in de Republiek rijke burgers de macht, en niet een koning.
• Ten tweede had de Republiek geen centraal bestuur. De zeven gewesten namen elk hun eigen besluiten over wetten, rechtspraak en belastingen.
• Ten derde was er in de Republiek verdraagzaamheid. Je werd niet vervolgd als je een ander geloof had of een andere mening dan de meeste mensen.