a De verkoopbereidheid van een producent stijgt als de prijs stijgt. Bij stijgende prijzen kan de producent meer winst maken. Dat zorgt ervoor dat zijn verkoopbereidheid stijgt.
b Luchtvaartmaatschappijen: als de kosten van bijvoorbeeld kerosine dalen, stijgt de verkoopbereidheid. Er kan dan een hogere winst worden gehaald, omdat de kosten lager zijn.
Banken: als door automatisering op personeelskosten kan worden bespaard, stijgt de verkoopbereidheid. Er kan dan een hogere winst worden gehaald, omdat de kosten lager zijn.
Snackbars: als door het overstappen naar een goedkopere groothandel op de inkopen kan worden bespaard, stijgt de verkoopbereidheid. Er kan dan een hogere winst worden gehaald, omdat de kosten lager zijn.
c De verkoopbereidheid van een producent stijgt als de prijs stijgt. Bij stijgende prijzen moet het aanbod dus stijgen. De aanbodlijn vertoont daarom een stijgend verloop.
d Als je extra moet produceren is het op dat moment niet van belang welke kosten je al gemaakt hebt, maar wat het extra kost om de extra producten te maken. Deze extra kosten van productie (= MK) zijn van belang.