3 vwo 17-09-2024

Herzlich Willkommen!
3 vwo 
17.09.2024
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
3 vwo 
17.09.2024

Slide 1 - Tekstslide

Vorstellen:

Slide 2 - Tekstslide

Die Lernziele
- Aan het eind van de les kan ik het zwakke werkwoord in de verleden tijd toepassen.
- Aan het eind van de les weet ik wat een Stadtmensch is en wat een Landei is. 

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken Aufgabe 24 bis 27

Slide 4 - Tekstslide

Stadtmensch oder Landei?
D Lesen auf Seite 22 und 23

- Waar gaat de tekst over?


Aufgabe 16 a und b

Slide 5 - Tekstslide

Het zwakke werkwoord in de verleden tijd (das Präteritum)

Slide 6 - Tekstslide

Wir ..... (bauen) eine Brücke.
A
bauteten
B
baueten
C
bauten
D
bauen

Slide 7 - Quizvraag

Die Frau ..........(retten) das Kind.

A
rette
B
rettete
C
rett
D
retten

Slide 8 - Quizvraag

............(reisen) du alleine?

A
Reistetest
B
Reisen
C
Reiste
D
Reistest

Slide 9 - Quizvraag

Wir ..........(baden) zusammen.

A
badeten
B
baden
C
badten
D
bädten

Slide 10 - Quizvraag

Er ........... (melden) nichts, obwohl er lange weg gewesen war.

A
meldte
B
meldet
C
meldete
D
meld

Slide 11 - Quizvraag

Ich ..........(mieten) ein Zimmer in Berlin.

A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mietete

Slide 12 - Quizvraag

Ihr .........(hoffen) immer noch?

A
hofft
B
hofftest
C
hoffteten
D
hofftet

Slide 13 - Quizvraag

............(arbeiten) ihr zusammen?

A
Arbeitetet
B
Arbeitet
C
Arbeit
D
Arbeiten

Slide 14 - Quizvraag

Wir ..........(rechnen) damit.

A
rechnen
B
rechneten
C
rechnten
D
rechne

Slide 15 - Quizvraag

ein Land beschreiben

Voorbeeld: In Österreich schneit es in dem Winter, dann wird es kälter. Die Hauptstadt Österreichs ist Wien. In Österreich gibt es Berge. Ein Paar Beispiele von Nachbarländer Österreichs sind Deutschland, Tschechien und Italien. 

6 zinnen schrijven over een land

Slide 16 - Tekstslide

Die Lernziele
- Aan het eind van de les kan ik het zwakke werkwoord in de verleden tijd toepassen.
- Aan het eind van de les weet ik wat een Stadtmensch is en wat een Landei is. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide