Schrijven les 8 - voorbereiding schrijftoets

Writing, chapter 13
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Writing, chapter 13

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
- Planning P3 en P4
- Voorbereiding schrijftoets
- Quizlet deel 3
- BSA Engels

Slide 2 - Tekstslide

Het jaar vliegt voorbij. Een aantal studenten heeft nog toetsen open staan en er komen nog een aantal toetsen aan.


Bufferweek periode 3:
- herkansing toets hoofdstuk 1 uit periode 2
- schrijftoets over hoofdstuk 12 en 13

Bufferweek periode 4:
- herkansing schrijftoets hoofdstuk 12 en 13
- presentatie inleveren 
- vangnet voor de toets uit periode 1 (kans 4)

Slide 3 - Tekstslide

 Planning

Periode 3
Week 15: voorbereiding schrijftoets
Week 16: schrijftoets hoofdstuk 12+13

Week 19, 20, 21, 22, 23, 24 zijn we met Spreken bezig. 

Week 26: presentatie inleveren
herkansing schrijftoets
Vangnetten

Slide 4 - Tekstslide

 Planning

Periode 3
Week 14: voorbereiding schrijftoets
Week 15: voorbereiding schrijftoets
Week 16: schrijftoets  + herkansing toets hoofdstuk 1

Week 19: NuEngels 8.1
Week 20: NuEngels 8.2 
Introductie presentatie opdracht 1
Week 22: NuEngels 8.3
presentatie opdracht 2
Week 23: NuEngels 8.4
Presentatie opdracht 3
Week 24: zelfstandig aan presentatie werken
Week 26: presentatie inleveren
herkansing schrijftoets
Vangnetten

Slide 5 - Tekstslide

Beleefdheidsvormen
Hoe open je een brief of tekst?

Hoe sluit je een brief of tekst af?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je in het Engels een brief of tekst beginnen? (bijv. voor een solliciatie, naar vrienden, naar school, etc.)

Slide 7 - Woordweb

Openen
Begin met een begroeting:

Hello, / Dear Sir/Madam, / Hi guys, 
(enter)
.... De rest van je tekst


Slide 8 - Tekstslide

Formeel/informeel
In de vorige slides zag je drie openingen:
Hello, / Dear Sir/Madam, / Hi guys,

Welke is formeel? En welke is informeel?

Slide 9 - Tekstslide

Dear Sir/Madam,

I would like to introduce myself.
My name is ... and I am from ...
I would like to apply for .. / I saw a job offer on ... (website).
Hi guys/girls/... (name),

How are you? I want to invite you to my birthday party.

It starts at 10 PM on Saturday the 17th.


Slide 10 - Tekstslide

Formeel:
Bijvoorbeeld voor werk of collega's, school
Geen afkortingen.
Beleefder taalgebruik.

Can't - could not 
Can you - could you
Would (not)
Will (not)
Informeel:
Bijvoorbeeld voor vrienden of familie
Afkortingen mogen
Taalgebruik is losser (voor school alsnog beleefd!)


Slide 11 - Tekstslide

Hoe kan je in het Engels een brief of tekst afsluiten? (bijv. voor een solliciatie, naar vrienden, naar school, etc.)

Slide 12 - Woordweb

Formeel:

Yours sincerely, - als je de naam kent
Yours faithfully, - als je de naam niet kent
Kind regards,
Best wishes,
Best regards,
Informeel

Kind regards,
Best wishes,
Best regards,
See you soon,
Lots of love, (familie/vrienden)
Love, (familie/vrienden)

Etc!

Slide 13 - Tekstslide

Nooit:
Greetings, with friendly greetings, oid.

Greetings = groeten, maar dit gebruik je niet als een op zich zelf staand woord. 

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiten
Ook hier zit een verschil tussen formeel en informeel. Er zijn een paar standaard zinnen die je kan gebruiken om een brief formeel af te sluiten. Met het informeel taalgebruik kan je iets creatiever zijn.

Let op: je kan beter te formeel zijn, dan te informeel. Dus als je het niet zeker weet: kies voor de 'beleefdste' vorm.

Slide 15 - Tekstslide

Zinnen die je in je laatste alinea kan gebruiken
I am looking forward to seeing you / I hope to hear from you soon
(Ik kijk er naar uit om je weer te zien)

I can’t wait to hear from you -  informeler
(Ik kan niet wachten om wat van je te horen)

Give my regards to…
(Groetjes aan…)

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting:
Verschil formeel - informeel (werk - prive)
Je kan beter te beleefd zijn. Let er op bij het openen, afsluiten en afkortingen (die gebruik je dus níet in formele brieven).

Volledige zinnen (hoofdletter, punt). Gebruik voegwoorden om alles aan elkaar te verbinden en structuur aan te brengen.
Lees je tekst goed door voor je hem inlevert!

Slide 17 - Tekstslide

Quizlet Live: Schrijven deel 3

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

BSA Engels
Donderdag vergaderen we als team over het BSA.

Check voor jezelf of je alles hebt afgerond.

Slide 20 - Tekstslide

0W4B
Anne (H1, H5)
Michelle R. (H1, H5)
Michelle P. (H1, H5)
Delilah (H1)
Gwen (H1, H5)
Sanne (H1, H5)
Simone (H1)
Chayenne (H1, H5)
Indira (H1, H5)

0W4C
Kimberly (H1)
Kayley (H1)
Renee (H1, H5)

Je gaat hier nu aan werken, tijdens de les

Slide 21 - Tekstslide

Working on your own

NuEngels 13.3: 
exercise 1, grammar
exercise


Done? Do something for yourself

Previous homework:
Itslearning:
Schrijfopdracht 12.3
Schrijfopdracht 13.1
Schrijfopdracht 13.2

NuEngels:
12.3: exercise 1, 2, 4, grammar
exercise, exam exercise
13.1: exercise 3
13.2: exercise 2, 34 and 34 extra (grammar).

Slide 22 - Tekstslide

0W4A
H1 en H5:

Mia
Sussy
Tishanty
Linda

Slide 23 - Tekstslide