Bepaal tekstsoort en tekstdoel; lees de tekst daarvoor verkennend.
Bepaal het onderwerp van de tekst; lees de tekst globaal (titel, inleiding, tussenkopjes).
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maak je een samenvatting voor jezelf?
Haal de hoofdgedachte uit de tekst; het belangrijkste = 1 zin.
Let op verbanden in de tekst; tussen de tekstdelen en hoofdgedachte tekstdelen
Schrijf de samenvatting.
Slide 7 - Tekstslide
Samenvatting
Titel = het onderwerp
verbind de hoofdgedachten met elkaar. Gebruik signaalwoorden
Slide 8 - Tekstslide
Voor anderen
Een samenvatting voor anderen moet zo duidelijk en begrijpelijk zijn dat de ander alleen maar de samenvatting hoeft te lezen om de globale inhoud van de tekst te kennen.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe maak je een samenvatting voor anderen?
Begin met een goede zin (hoofdgedachte of sluit aan bij voorkennis).
Breng samenhang aan in de tekst.
Let op wat de lezer wil: compleet of selectief.
Let op zinsbouw en spelling.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe maak je aantekeningen bij een luistertekst?
Schrijf alleen de belangrijke dingen op.
Blijf steeds luisteren, ook onder het schrijven.
Gebruik trefwoorden, tekens en afkortingen.
Slide 11 - Tekstslide
Samenvatten tijdens gesprek
Als spreker help je de luisteraar je beter te begrijpen.
Als luisteraar kun je checken of je de spreker goed hebt begrepen. Ook is het een manier om alles wat je hoorde voor jezelf even op een rijtje te zetten.
Slide 12 - Tekstslide
Samenvatten tijdens gesprek
Begin je samenvatting met een signaalwoord
Gebruik één of twee zinnen om de hoofdgedachte uit het voorgaande samen te vatten.
Kijk en luister naar de ander om te checken of je samenvatting begrepen wordt of klopt.