De vloer van een expositieruimte heeft de
vorm van een driehoek.De vloer wordt met gele en rode tegels betegeld, ook in de vorm van driehoeken. De tegelzetter begint in een hoek met een gele tegel.
In de tweede rij legt hij twee gele tegels en één rode.
In de tekening is hij tot en met de derde rij gekomen.
De tegelzetter moet in tien rijen tegels leggen.
Stap 1: Lees de vraag zin voor zin goed door. Schrijf of markeer belangrijke woorden. Orden eventueel de gegevens.
Stap 2: Wat is de vraag?
De verhouding tussen het aantal rode tegels en het aantal gele tegels op de vloer, met zo klein mogelijke gehele getallen is.....
Stap 3: Met welk leerdoel zou dit te maken hebben en wat weet ik daar al van? ? VERHOUDINGEN, VERHOUDINGSTABEL
Stap 4: Hoe zou ik naar de vraag kunnen komen?
Eerst 10 rijen berekenen
Dan kleinste verhouding berekenen
Stap 5: ga rekenen
Rood: 0 + 1 + 2 +....+ 9 = 45
Geel: 1 + 2 + 3 + ....+ 10 = 55
9:11