3.2 Europa wordt christelijk

500 - 1000
3.2 Europa wordt christelijk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

500 - 1000
3.2 Europa wordt christelijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Leerdoelen


Je kunt uitleggen:

  • hoe het christendom in Europa werd verspreid.
  • hoe de Germaanse cultuur bleef bestaan.
  • waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Missionarissen kregen van de paus de opdracht om het christendom in Noord-Europa te verspreiden. 

Beroemde missionarissen:
Willibrord en Bonifatius.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Video over missionarissen (hvvn) 5.00 min.
500 - 1000
Germanen (zoals de Saksen en Friezen) hadden een natuurgodsdienst. Zij geloofden in goden als Donar, Wodan en Frija.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Rond het jaar 1000 was bijna heel Europa christelijk.
Koningen (zoals Karel de Grote) hielpen missionarissen om de mensen te bekeren tot het christendom. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Om de overgang naar het christendom makkelijker te maken werden christelijke dingen vermengd met dingen uit de Germaanse cultuur.
Bijvoorbeeld: data pasen en kerstmis, de kerstboom en  heiligenverering.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten geestelijken:
  • Hoge geestelijken: bisschoppen
  • Lage geestelijken: pastoors
  • Monniken en nonnen
500 - 1000
Geestelijken moesten zich houden aan de regels van de kerk.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Geestelijken hadden veel macht en invloed doordat:

  • Iedereen ging naar de kerk waar verteld werd hoe ze moesten leven.
  • Geestelijken kregen geld en grond van vorsten.
  • Geestelijken konden lezen en schrijven en hadden hoge functies bij de vorsten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Monniken en nonnen woonden afgezonderd in een klooster.

De baas van een klooster is de abt/abdes.

Slide 10 - Tekstslide

Afbeelding: abdij van Egmond.
500 - 1000
Weektaak
  • Lees 3.2 in je informatieboek.
  • Maak de opdrachten van 3.2 online. 
Havo: maak ook de verdiepingsopdrachten van 3.2 in je werkboek.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

500 - 1000
Leerdoelen


Je kunt uitleggen:

  • hoe het christendom in Europa werd verspreid.
  • hoe de Germaanse cultuur bleef bestaan.
  • waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies