Tussenstop 2

Tussenstop 2
pg.148-149
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tussenstop 2
pg.148-149

Slide 1 - Tekstslide

Tussenstop 2
pg.137-145
pg.139-140 NIET

Slide 2 - Tekstslide

... boek
A
de
B
het

Slide 3 - Quizvraag

... boek
A
onze
B
ons

Slide 4 - Quizvraag

een ... boek
A
mooi
B
mooie

Slide 5 - Quizvraag

Het is een boek ... me aan het lezen houdt.
A
die
B
dat

Slide 6 - Quizvraag

Het is een les ... me aan het denken zet.
A
die
B
dat

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Link

Het geschenk ... ik kreeg voor mijn verjaardag was een echter verrassing.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 9 - Quizvraag

De bagage ... niet mee was met de vlucht, werd later naar het hotel gebracht.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 10 - Quizvraag

Er was niets ... ik niet lustte.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 11 - Quizvraag

De jongen ... een glaasje water werd gegeven, is ondertussen weer wat beter.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 12 - Quizvraag

Het beste ... ons land te bieden heeft, vind je in onze gemeente!
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 13 - Quizvraag

pg.144

Slide 14 - Tekstslide

Wat is juist?
A
'S morgens ontbijt ik nooit.
B
's Morgens ontbijt ik nooit.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Eddy Merckx is een Wielrenner.
B
eddy merckx is een wielrenner.
C
Eddy Merckx is een wielrenner.
D
eddy merckx is een Wielrenner.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?
A
We vieren Kerstmis op 25 december.
B
We vieren kerstmis op 25 december.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Ik kijk al uit naar de Paasvakantie.
B
Ik kijk al uit naar de paasvakantie.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is juist?
A
De Middeleeuwen was een duistere periode.
B
De middeleeuwen was een duistere periode.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Ik lees de biografie van Koning Albert
B
Ik lees de biografie van koning albert
C
Ik lees de biografie van koning Albert
D
Ik lees de biografie van Koning albert

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Het Atomium in Brussel is het bezoeken waard!
B
Het atomium in Brussel is het bezoeken waard!
C
Het atomium in brussel is het bezoeken waard!

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Ik spreek Nederlands, Engels en Berbers.
B
Ik spreek nederlands, engels en berbers.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Op televisie hoor je Standaardnederlands.
B
Op televisie hoor je standaardnederlands.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Het festival gaat door in hartje Borgerhout.
B
Het festival gaat door in hartje borgerhout.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Het is dus ideaal voor de Borgerhoutenaars.
B
Het is dus ideaal voor de borgerhoutenaars.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is juist?
A
De zee bevindt zich in het Westen van ons land.
B
De zee bevindt zich in het westen van ons land.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus.
B
Mannen komen van mars en vrouwen van venus.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is juist?
A
In 1914 begon de Eerste Wereldoorlog.
B
In 1914 begon de eerste wereldoorlog.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Op de Dag van de Arbeid zijn we altijd vrij.
B
Op de dag van de arbeid zijn we altijd vrij.

Slide 29 - Quizvraag

pg.450

Slide 30 - Tekstslide

pg.451

Slide 31 - Tekstslide

Grammatica is even leuk ... spelling
A
als
B
dan

Slide 32 - Quizvraag

Ik studeer liever woordenschat ... spelling
A
als
B
dan

Slide 33 - Quizvraag

We eten morgen hetzelfde ... vandaag
A
als
B
dan

Slide 34 - Quizvraag

pg.452

Slide 35 - Tekstslide

pg.452

Slide 36 - Tekstslide

pg.453

Slide 37 - Tekstslide

pg.453

Slide 38 - Tekstslide

Tussenstop 2
pg.145

Slide 39 - Tekstslide

  • ______________
Toets Tussenstop 2
op __________
  • woordenschat pg.148-149
  • Je kent de spelling van de woorden uit de oefeningen: pg.141-142. 
  • betrekkelijke voornaamwoorden (kader pg.144)
  • na/naar (kader pg.144)
  • als/dan
  • Het gebruik van hoofdletters (kennisoverzicht pg.450-451)

Slide 40 - Tekstslide