Quiz Klinisch redeneren
1 / 15
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke uitspraak omschrijft klinisch redeneren het beste?
A
Met diverse disciplines een diagnose stellen door te overleggen.
B
Vaardigheid om eigen competenties te koppelen aan medische kennis.
C
Vaardigheid om eigen observaties te koppelen aan medische kennis.
D
In staat zijn om na te denken over complicaties bij een ziektebeeld.
Slide 2 - Quizvraag
Uit hoeveel stappen bestaat de methodiek die Marc Bakker heeft ontwikkeld?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 3 - Quizvraag
Sleep de tekst naar de juiste stap
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Aanvullend onderzoek
Oriënteren op de situatie
Beleid
(Klinische) probleemstelling
Verloop
Evaluatie
Slide 4 - Sleepvraag
Bij stap 6 Evaluatie is goed kunnen reflecteren op je eigen handelen een vereiste.
Eens
Oneens
Slide 5 - Poll
Welke afkorting van onderstaande is een manier van communiceren?
A
USER
B
EWS
C
EBP
D
SBAR(R)
Slide 6 - Quizvraag
Sleep de tekst naar de juiste letter
S
A
B
R (R)
Situatie
Achtergrond
Beoordeling
Aanbeveling
Herhaal/samenvatten
Slide 7 - Sleepvraag
Waar vertel je de medische voorgeschiedenis in de SBAR?
A
Bij achtergrond
B
Bij beoordeling
C
Bij situatie
D
Bij aanbevelingen
Slide 8 - Quizvraag
Wat hoort er bij de R in SBAR?
A
Vitale functies, contactpersoon, gegevens huisarts
B
De revalidant is instabiel, de revalidant gaat achteruit en ik weet niet wat er aan de hand is.
C
EWS score, wat moet er volgens jou gebeuren, geef concreet aan wat je van de arts wil.
D
Contactpersoon, actuele medicatie, laatste maaltijd, behandelbeperkingen
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke methode hoort de gezegde:
"Treath first that kills first"
"Treath first that kills first"
ABCDE
USER
FRASS
BCR
Slide 10 - Poll
Wat hoort er bij de A van de ABCDE methode?
A
Wonden
B
Beoordeel nekletsel
C
Zuurstof geven
D
Luchtweg vrijmaken
Slide 11 - Quizvraag
Wat hoort er bij de D van de ABCDE methode?
A
Sensibiliteit/Mobiliteit
B
Kleur huid
C
Bloeddruk
D
Pupil reactie
Slide 12 - Quizvraag
ABCDE methodiek:
Waar kijk je naar bij de C?
Waar kijk je naar bij de C?
A
Ademhaling, ademarbeid
B
Verlaagd bewustzijn, inspectie mondholte
C
Uitwendig bloedverlies, huidskleur
D
Huidafwijkingen, pupilcontrole
Slide 13 - Quizvraag
Bij de B van ABCDE
meet je de glucose.
meet je de glucose.
Eens
Oneens
Slide 14 - Poll
Waar in de ABCDE methodiek hoort koorts?
A
A
B
D
C
B
D
E
