Herhaling p1 en p2

Herhaling thema water
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling thema water

Slide 1 - Tekstslide

infiltratie
verdamping
neerslag
condenseren
bevriezen
smelten
afstromen

Slide 2 - Sleepvraag

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de lange en de korte waterkringloop?

Slide 3 - Open vraag



welke uitspraak is goed?
A
Het grootste deel van het water is zoet.
B
Er zit maar weinig water in ijskappen.
C
Het minste zoete water zit in meren.
D
Het meeste zoete water is onbereikbaar.

Slide 4 - Quizvraag

Gemengde rivier
Gletsjerrivier
regenrivier
ontstaat uit smeltwater van sneeuw en ijs.
ontstaat door regenwater.
bestaat uit regenwater en smeltwater

Slide 5 - Sleepvraag

Op welke manieren kan een gebied aan water komen?

Slide 6 - Woordweb

Neerslag
+
Aanvoer uit andere gebieden
Bovengronds: Rivieren en beken
+
Aanvoer uit andere gebieden
Ondergronds: Grondwater
+
Aanvoer virtueel water
1 kg rijst = 3400 liter water
+
verdamping
-
Uitstroom in zee
-
De waterbalans van Nederland
Gebruik in huishoudens, fabrieken en landbouw.
-
Uitvoer virtueel water
500 gram kaas is 2500 liter water
-

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noem 1 manier waarop mensen in droge gebieden toch aan water kunnen komen.

Slide 9 - Open vraag

Neerslag
Infiltratie
Grondwater
Fossiel water 
Ondoorlaatbare laag

Slide 10 - Sleepvraag

Wat betekend "nuttige neerslag"
A
Neerslag en de verdamping
B
Neerslag die gebruikt wordt voor irrigatie
C
Neerslag die overblijft na verdamping
D
Neerslag die op het juiste moment op de juiste plek valt

Slide 11 - Quizvraag

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekend "duurzaam waterbeheer"? Gebruik in je uitleg de begrippen "vernieuwbaar water" en "niet vernieuwbaar water"

Slide 13 - Open vraag

Noem 2 voorbeelden waardoor jij zelf duurzamer met water om kan gaan.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide