4.3 water in ballans

4.3 Water
Water in Balans
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.3 Water
Water in Balans

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een waterbalans is en waarom nuttige neerslag een belangrijke rol speelt
Je begrijpt wat infiltratie is en wat een aquifer en fosielwater  te maken heeft met infiltratie 

Slide 2 - Tekstslide



Wat is de goede verdeling van het juiste water?
A
1 grondwater 2 zoet water 3 oppervlaktewater 4 zout water
B
1 zoet water 2 zoutwater 3 oppervlaktewater 4 grondwater
C
1 zoutwater 2 zoet water 3 grondwater 4 oppervlaktewater
D
1 zoutwater 2 zoetwater 3 oppervlaktewater 4grondwater

Slide 3 - Quizvraag

Het grootste deel van het water op aarde bestaat uit ....
A
Zoet water
B
Zout water

Slide 4 - Quizvraag

Water dat in de bodem zit
A
zoet water
B
grondwater
C
oppervlakte water
D
bron

Slide 5 - Quizvraag

Waterbalans
Verschil tussen hoeveelheid neerslag die valt en de verdamping.

Klimaatverandering zorgt voor toenemende verschillen in waterbalans zomer/winter

Slide 6 - Tekstslide

Waterbalans
Waterbalans: 
water dat binnenkomt - water dat Nederland verlaat

Slide 7 - Tekstslide

Waterbalans = Een overzicht van de hoeveelheid water die een gebied binnengaat en verlaat.
  • Positieve waterbalans: de mensen hebben voldoende water. 
  • Negatieve waterbalans: de mensen hebben te weinig water. 

Slide 8 - Tekstslide

Waterbalans geeft een beeld van de opname en afgifte van water in een gebied.

Slide 9 - Tekstslide

De Waterbalans
  1. Door neerslag
  2. Door aanvoer van water uit andere gebieden
  3. Door de aanvoer van fossiel water
  4. Door de aanvoer van virtueel water

Slide 10 - Tekstslide

Aanvoer 
1) Door neerslag ( nuttige neerslag)
2) De aanvoer van water uit andere gebieden.
3) Door de aanvoer van fossiel water, water uit andere tijdvakken ( aquifer)

Slide 11 - Tekstslide

Afvoer van water
  • verdamping 
  • uitstroom in zee
  • gebruik van mens 

Slide 12 - Tekstslide

Infiltratie (infiltreren)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe gaat water van de ene naar de andere plek?
verdampen (uit zee)
verdampen (uit grond)
verdampen (uit planten)
condenseren
afstromen over het oppervlak
opname door wortels
afstromen via rivieren
stromen via grondwater
infiltreren
smelten
samenpersen
regenen
sneeuwen

Slide 14 - Tekstslide

infiltratie
verdamping
neerslag
condenseren
bevriezen
smelten
afstromen

Slide 15 - Sleepvraag

Neerslag
Infiltratie
Grondwater
Fossiel water 
Ondoorlaatbare laag

Slide 16 - Sleepvraag

Aquifer
  • Door aquifer soms in woestijngebieden landbouw mogelijk
  • wordt soms aangevuld door regenwater
  • maar soms fossiel (heel oud) water = probleem / eenmalig

Slide 17 - Tekstslide

Fossiel Water

Slide 18 - Tekstslide

Fossiel water= niet duurzaam

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

fossiel water/ aquifer
  • Oud water
  • Opgeslagen tussen waterdichte lagen
  • bijv. door zandsteen
  • Dìt heet een Aquifer
  • Door druk verschil komt het omhoog, wanneer waterdichte laag wordt doorgprikt

Slide 21 - Tekstslide

duurzaam waterbeheer
vernieuwbaar water => watergebruik
niet-vernieuwbaar water => waterverbruik 

Slide 22 - Tekstslide

Welke uitspraken zijn waar?
A
Uit de waterkringloop kan geen water verdwijnen.
B
De waterbalans is een soort waterkringloop.
C
De waterbalans is een gesloten systeem.
D
Je kunt een waterbalans maken op alle geografische schaalniveaus.

Slide 23 - Quizvraag

22 Het grootste deel van het Midden-Oosten heeft een steppeklimaat of een woestijnklimaat.
Wat is de juiste conclusie over de waterbalans en de waterschaarste voor dit deel van het Midden-Oosten?
A
A De waterbalans is negatief en er is geen waterschaarste.
B
B De waterbalans is negatief en er is wel waterschaarste.
C
C De waterbalans is positief en er is geen waterschaarste.
D
D De waterbalans is positief en er is wel waterschaarste.

Slide 24 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: de schommelingen in de hoeveelheid neerslag.
A
waterbalans
B
neerslagregiem
C
loefzijde
D
lijzijde

Slide 25 - Quizvraag

In Nederland zuiveren we het afvalwater voordat het in een rivier of in zee wordt geloosd. Welk begrip past hierbij?
A
duurzaam waterbeheer
B
virtueel water
C
waterbalans
D
aquifer

Slide 26 - Quizvraag

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de waterbalans van een land?
A
Overzicht v/d hoeveelheid water van die een gebied binnengaat en verlaat
B
Neerslag min verdamping
C
Water invoer van rivieren van een land
D
De uitvoer & verdamping van water

Slide 28 - Quizvraag

Nuttige neerslag = neerslag - verdamping
A
goed
B
fout

Slide 29 - Quizvraag

In de waterkringloop is de nuttige neerslag van groter belang dan alleen de neerslag.
Goed: De verdamping is ook van belang om een goed beeld van de kringloop te krijgen: deelvraag 2.


A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Water in een aquifer is een voorbeeld van niet-vernieuwbaar water.
A
goed
B
fout

Slide 31 - Quizvraag

Fossiel water bevindt zich in......
A
Grondwater
B
Aquifer
C
Bodemwater
D
De zee

Slide 32 - Quizvraag

Wat zijn geen processen in de waterkringloop?
A
verdamping en evapotranspiratie
B
condensatie en afstroming
C
ondergrondse afstroming en aquifer
D
infiltratie en neerslag

Slide 33 - Quizvraag

Het gebruik van water uit het aquifer in Egypte is een vorm van duurzaam waterbeheer.
A
goed
B
fout

Slide 34 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een waterbalans is en waarom nuttige neerslag een belangrijke rol speelt
Je begrijpt wat infiltratie is en wat een aquifer en fosielwater  te maken heeft met infiltratie 

Slide 35 - Tekstslide

lezen paragraaf 4.3
maken de opdrachten 1,2 en 3

Slide 36 - Tekstslide