4H thema 7 BS 4 Veranderende ecosystemen en koolstofkringloop

Thema 7 Ecologie en milieu

Veranderende ecosystemen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 7 Ecologie en milieu

Veranderende ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven
Je kunt de kringloop van koolstof beschrijven



Slide 2 - Tekstslide

Zandmotor Kijkduin

Slide 3 - Tekstslide

Pioniersoorten

Slide 4 - Tekstslide

Ecosystemen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

eerste pioniersplanten
grotere pioniersplanten volgen

Slide 9 - Tekstslide

grotere planten, dieren
climaxstadium

Slide 10 - Tekstslide

Successie zorgt ervoor dat
een pioniersecosysteem
geleidelijk verandert
in een climaxecosysteem

Slide 11 - Tekstslide

Climaxecosysteem
De abiotische factoren en de soortensamenstelling zijn min of meer constant.
• De productie is ongeveer even groot als de afbraak van weefsels, waardoor de biomassa vrijwel gelijk blijft.
• De kringloop van stoffen is gesloten: er vindt weinig uitwisseling plaats met de omgeving van het ecosysteem.
• De biodiversiteit heeft zijn maximale waarde bereikt.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire successie?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waar vind je een humusarme bodem?

A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 15 - Quizvraag

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 16 - Quizvraag

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 17 - Quizvraag

Waar verwacht je meer biodiversiteit?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 18 - Quizvraag

Primaire successie

Slide 19 - Tekstslide

Secundaire successie

Slide 20 - Tekstslide

Zelf werken
Bestudeer evenwichtssituaties
Maak opdracht 25 en 26

Slide 21 - Tekstslide

Twee evenwichtssituaties
Stabiele situatie 1: Konijnen eten graag grassen, kruiden en jonge struiken. 
De konijnenpopulatie wordt getroffen door een epidemie -> instabiel ecosysteem. Populatie neemt af en jonge struiken groeien uit en verdringen de grassen.
Stabiele situatie 2: Konijnenpopulatie is kleiner vanwege houtachtige planten en verdrongen gras.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof (de C)




Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Zoek de koolstofkringloop in Binas
  1. In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
  2. In welke moleculen komt koolstof terug in de kringloop?
  3. Hoe noemen we het proces dat leidt tot lang opgeslagen koolstof?

Slide 28 - Tekstslide

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 29 - Quizvraag

In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2
B
C6H12O6
C
N2
D
CH4

Slide 30 - Quizvraag

koolstofkringloop
  • Koolstof = C
  • In de lucht zit het vast in CO2
  • Autotrofe organismen maken van CO2 (uit de lucht) en H2O (uit de bodem) glucose (C6H12O6)
  • Bij dissimilatie komt CO2 weer vrij in de lucht 
  • Consumenten eten de producenten en gebruiken de organische stoffen om andere organische stoffen te maken (voortgezette assimilatie). De koolstof komt van het ene organisme terecht in het andere organisme
  • Alle dode resten en andere afvalproducten van organismen wordt samen detritus genoemd 
  • De organische stoffen in de detritus wordt door reducenten gebruikt voor dissimilatie

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
werk zelf aan basisstof 5

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Climaxstadium
Laatste stadium: climaxstadium: grote biodiversiteit, weinig schommeling in omstandigheden, veel soorten, kleine aantallen per soort.


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 37 - Quizvraag

In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 38 - Quizvraag

humusarme bodem
(organische stoffen e.d.)
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 39 - Quizvraag

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 40 - Quizvraag

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 41 - Quizvraag

Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar

Slide 42 - Quizvraag

Aan de slag
Lezen B4
Maak opdr. 25 t/m 30 in de online methode

Slide 43 - Tekstslide