week 3 vermogensdelicten en criminele organisatie

Criminaliteit

schooljaar 2021/2022, OP2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit

schooljaar 2021/2022, OP2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag
  • terugblik vorige les
  • deze les: vermogensdelicten en criminele organisaties

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week hebben we gekeken naar de deelnemers aan een strafproces

Bij 1 van deze deelnemers, nl de opsporingsambtenaar, hebben we vervolgens ingezoomd op een tweetal middelen in de opsporing naar strafbare feiten, te weten:
- het sporenonderzoek
- getuigenbewijs.  
Vermogensdelicten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt nu bedoeld met een vermogensdelict?

Slide 4 - Woordweb

een misdrijf waarbij de dader zich geld of goederen toe-eigent uit het vermogen van een ander 

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke vermogensdelicten ken je?

Slide 6 - Woordweb

diefstal, heling, oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte, witwassen
Warming-up: vermogensdelicten



Zoek het artikel op van meest bekende vermogensdelict, te weten diefstal  

Slide 7 - Tekstslide

Artikel 310
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Verschillen tussen vermogensdelicten

We gaan kijken naar de onderlinge verschillen tussen vermogensdelicten, om te beginnen naar het verschil tussen diefstal en verduistering .

Zoek het artikel van verduistering op

Slide 8 - Tekstslide

Artikel 321
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toe-eigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Het verschil tussen diefstal en verduistering is maar heel klein. Op één bestanddeel na lijken de strafbepalingen precies op elkaar. 
Welk bestanddeel hoort bij diefstal, welk bij verduistering?
diefstal, art. 310 Sr
verduistering, art. 321 Sr
wegnemen = fysiek afpakken
anders dan door misdrijf onder zich hebben = al op een nette manier in je macht hebben
Voorbeeld: Een mevrouw werkt als docente en neemt een laptop van school voor haar werk mee naar huis. Ze stopt met de baan omdat ze het niet meer leuk vindt zo, maar geeft de laptop niet terug.
Voorbeeld: Twee jongens nemen een scooter mee van een onbekende die zo stom was haar sleutels in het contact te laten zitten. 

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diefstal met braak (art. 311 Sr) of geweld(art. 312 Sr)
De dief krijgt meer straf (strafverzwaring) als er bijzondere omstandigheden zijn waaronder de diefstal is gepleegd.
art. 311 Sr: met braak
  • Bijv. Twee mannen breken in de nacht in en stelen een iMac uit het huis.
art. 312 Sr: met geweld
  • Bijv. Een man slaat een oud vrouwtje en pakt dan haar tas af.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Helmer

In de zaak van meneer Helmer, die wij in week 1 hebben gekeken, gaat het ook om vermogensdelicten, maar om welke?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

09:30
Over welke strafbepaling gaat het dus?
A
art. 311 Sr
B
art. 312 Sr

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

09:51
'Mijn strafblad bestaat alleen maar uit 310, 311'
Wat heeft hij dus allemaal gedaan?
A
afpersing, chantage
B
diefstal, inbraak
C
oplichting, flessentrekkerij

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

18:19
De rechter heeft een hogere straf opgelegd dan geëist door de OvJ. Wat vind je daarvan? Zou jij hem een andere straf hebben opgelegd en zo ja welke?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Andere vermogensdelicten
Afpersing, art. 317 Sr: iemand door geweld dwingen geld af te geven
Chantage, art. 318 Sr: iemand dwingen geld af te geven door te dreigen iets bekend te maken wat het slachtoffer niet wil
Oplichting, art. 326: Door bedrog iemand ertoe brengen dat hij geld afgeeft

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

we hebben nu meerdere vermogensdelicten besproken, wat is nu het verschil tussen diefstal met geweld en afpersing?

Slide 17 - Open vraag

Een dief zal het goed wegnemen. De dader van afpersing dwingt de ander het goed af te geven.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

was in het filmpje nu sprake van een poging afpersing of een diefstal met geweld?
A
afpersing
B
diefstal met geweld

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De familie de Mol doet aangifte van het volgende delict:
A
afpersing, art. 317 Sr
B
chantage, art. 318 Sr
C
oplichting, art. 326 Sr

Slide 21 - Quizvraag

Artikel 318 
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt als schuldig aan afdreiging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.2.Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.3.Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.
Criminele organisatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
waar denk je aan bij een criminele organisatie?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

criminele organisatie?
  • We gaan vandaag uitzoeken wanneer we volgens de wet spreken van een criminele organisatie
  • We kijken daarbij ook naar de praktijk  
  • Zoek nu het strafbare feit op (wetboek/internet) over de criminele organisatie, te weten artikel 140 Wetboek van Strafrecht
  • Welke 3 belangrijke onderdelen haal je uit dit strafbaar feit?

Slide 24 - Tekstslide

deelneming
oogmerk op het plegen van misdrijven
organisatie
Welke drie belangrijke onderdelen haal je uit dit strafbare feit?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vervolg
  • het gaat dus om 3 belangrijke onderdelen bij een criminele organisatie die moeten worden bewezen:
1. deelneming
2. oogmerk op het plegen van misdrijven
3. organisatie
  • Aan de hand van de volgende vragen gaan we uitzoeken wat hiermee bedoeld wordt en wat hier voor nodig is

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet een organisatie aan voldoen om een "criminele organisatie'' te zijn?
A
nodig is dat je over een langere periode en structureel met minstens 1 ander samenwerkt ten aanzien van het plegen van misdrijven
B
je bent al een criminele organisatie als je meer dan 1x met een zelfde persoon een strafbaar feit pleegt

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is er sprake van het oogmerk op het plegen van misdrijven?
A
als je als organisatie meer dan 1x een misdrijf hebt gepleegd
B
als het doel van de organisatie is het plegen van strafbare feiten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer neem je nu deel aan een criminele organisatie?
A
als je lid bent van een criminele groep
B
als je een bijdrage levert aan organisatie
C
als je de misdrijven (mee)pleegt
D
in alle 3 de gevallen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland is het Marengo-proces gaande tegen de groep van Taghi
die wordt verdacht van een criminele organisatie. Ga nu op internet op onderzoek uit naar andere criminele organisaties in Nederland. Noem er hier vervolgens 2 (of een deelnemer hiervan). Geef aan of ze zijn veroordeeld en welke misdrijven hun doel waren.
timer
5:00

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van het oogmerk op plegen van welke misdrijven in de criminele organisatie worden de verdachten in het Marengo-proces verdacht?

Slide 31 - Open vraag

antwoord volgt uit het filmpje hierna

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als we kijken naar Taghi zelf, is het dan nodig voor het strafbare feit "criminele organisatie'' dat er bewijs is dat hij deze misdrijven waarop het oogmerk ligt ook zelf heeft gepleegd?

Slide 33 - Open vraag

nee, zelf een financiele bijdrage leveren aan een organisatie waarvan je weet wat ze doen. zonder zelf iets concreets te doen bij specifieke misdrijven is al voldoende 
Wat is nu eigenlijk een kroongetuige zoals Nabil B. in de zaak Taghi?
A
iemand die toevallig getuige is geweest van een moord(poging) door een criminele organisatie
B
iemand die via via informatie heeft gekregen over de criminele organisatie en tegen een beloning bereid is hierover te verklaren
C
iemand die zelf deelnemer is geweest vd criminele organisatie en een deal sluit met justitie om hierover te getuigen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij als advocaat/vertrouwenspersoon of getuige zelf nog durven op te treden in een zaak als deze? En wat zou het volgens jou betekenen voor een rechtstaat als Nederland als mensen uit angst niet meer durven te getuigen of om als advocaat op te treden?
timer
5:00

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De andere bewijsbron in deze zaak, die de laatste jaren in steeds meer zaken bewijs heeft opgeleverd, zijn de gekraakte telefoonberichten. Berichten worden dan van een gekraakte provider bekeken zonder dat er van tevoren al concrete verdenkingen bestaan. Moet je dit toestaan?
A
ja, want het is veel veiliger om zo bewijs te verzamelen
B
nee, want als je nog nergens van wordt verdacht, moet je recht hebben op privacy

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als jij nu onze Minister van Justitie was, wat is volgens jou dan nodig en zou je toestaan om bewijs te kunnen verzamelen om daarmee de georganiseerde misdaad de kop in te drukken?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies