Adjectives & Adverbs


Adjectives & Adverbs
Bijvoeglijke naamwoorden en Bijwoorden
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Adjectives & Adverbs
Bijvoeglijke naamwoorden en Bijwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives 
1. Zegt iets over een noun (zelfstandig naamwoord)
That's a beautiful car.
He has a red boat.

2. Wordt gebruikt na de volgende werkwoorden: be, taste, smell, look, feel
I feel amazing.
This cake tastes delicous.
You look beautiful.
(Bijvoeglijk naamwoord)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverb
1. Zegt iets over een verb (werkwoord)
He plays piano beautifully.
The refferee watches carefully.

2. Zegt iets over een adjective (bijvoeglijk naamwoord)
This is an incredibly difficult exercise.
That was surprisingly easy.

3. Zegt iets over een andere adverb (bijwoord)
She sings really beautifully.
He plays the saxophone incredibly smoothly.
(Bijwoord)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spellingsregels Adverbs
1. Zet LY achter de adjective
beautiful - beautifully
2. Adjectives die eindigen op Y veranderen in ILY
easy - easily
3. Adjectives die eindigen op LE veranderen in LY
terrible - terribly
4. Adjectives die eindigen op IC krijgen ALLY
fantastic - fantastically
5. Uit je hoofd leren:
fast - fast, long - long - hard - hard, good - well

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 1
Change the adjectives into adverbs

Only type the adverb

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

excited

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

warm

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

careful

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

good

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

eternal

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

fantastic

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

awful

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

economic

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

good

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

bad

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 2
Do the WordWall on the next page

Don

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Results: 
https://wordwall.net/result/shareable/a/46ac15429b404d55954c23972a4e0aab
Write down:
Your score, your time, your place on the leaderboard
(schrijf je tijd en score op deze pagina)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 3
Complete the sentence using the adjective or adverb

Type the whole sentence!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 Janice forgot her school books and ……………………… (quick) drove back home to fetch them.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2 David hurt his foot the other day, and the doctor said it looked really ……………………… (bad).

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3 My brother was so busy with his new computer that he ……………………… (hard) noticed what was going on.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4 What's the matter with this Coke? It tastes really ……………………… (awful).

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 Go and have a rest. You shouldn't work so ……………………… (hard).

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6 What a ……………………… (beautiful) picture!

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7 I woke up at 6 o’clock this morning, because someone was ringing the door bell really ……………………… (loud).

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8 I’ve got a great dog. It ……………………… (rare) barks.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9 Don’t drive __ (dangerous). You may hurt someone.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

10 Your house is very ___ (close) to mine.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

11 The ballerina dances __ (beautiful).

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12 The monkey moved __ (quick) from branch to branch.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

13 Your sister is being very __ (bad). Please ignore her.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

14 Listen ___ (careful) to what I am about to say.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

15 You can learn English ___(easy) if you practise every day!

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies