2.4 Zwanger

Thema 2 Voortplanting
2.4 Zwanger
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voortplanting
2.4 Zwanger

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen en apoptose.
  • Je kunt fasen van de geboorte beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Bevruchting


Binas 86E links bovenaan

Slide 3 - Tekstslide

Bevruchting
  • Vindt plaats in de eileider
  • De kern van de zaadcel smelt samen met de kern van de eicel.
  • Ondoordringbare laag om eicel na binnendringen van zaadcel
  • Klievingsdelingen: celdeling van bevruchte eicel, maar het geheel wordt niet groter
  • Morula: stamcellen
  • Blastula: holte gevuld met vocht
  • Embryoblast: wordt embryo
  • Trofoblast: beschermt embryoblast + innesteling + vormen placenta + hormoon HCG

Slide 4 - Tekstslide

Bevruchting
  • Na klievingsdelingen vindt innesteling plaats in baarmoederslijmvlies
  • (Zwangerschaps)hormoon: HCG -> houdt gele lichaam in stand -> oestradiol en progesteron gehaltes blijven stijgen (ipv dalen zonder zwangerschap)
  • Trofoblast vormt chorion: buitenste vruchtvlies met uitstulpingen en holten -> placenta
  • Amnion: binnenste vruchtvlies
  • Embryoblast vormt amnionholte en dooierzak -> de cellen ertussen ontwikkelen tot embryo
  • Vruchtwater: bescherming tegen schokken, uitdroging  en ziekteverwekkers, bewegingsruimte, temperatuur
  • Na 3 maand vergaat gele lichaam, de placenta neemt de rol over: oestradiol en progesteron produceren

Slide 5 - Tekstslide

Niet zwanger
Dag 1: Hypothalamus -> GnRH
  • Hypofyse -> FSH: rijping follikels
  • Hypofyse -> LH: meer cellen in wand follikel -> oestrogeen productie
  • Oestrogenen: baarmoederslijmvlies wordt dikker + afgifte extra LH / uiteindelijk rem op GnRH en dus ook op FSH
  • Eén follikel blijft over dat oestrogeen blijft produceren -> hoge piek in GnRH = piek in LH
  • LH: follikel barst open -> eisprong/ovulatie & vorming gele lichaam  -> progesteron
  • Gele lichaam -> Progesteron: baarmoederslijmvlies nog dikker en rem op FSH en LH (gele lichaam breekt af =               - progesteron = menstruatie)
  • Geen bevruchting = afsterven eicel
  • Wel bevruchting = baarmoederslijmvlies blijft intact

Slide 6 - Tekstslide

Het zwangerschapshormoon
HCG: humaan choriongonatropine -> gele lichaam blijft nog 3 maanden functioneren/ later placenta

= progesteron! (houdt zwangerschap in stand)
  • Baarmoederslijmvlies doorbloed
  • Geen menstruatie
  • Rem FSH en LH (geen nieuwe follikels en ovulatie)
  • Ontwikkeling melkklieren in borsten

Slide 7 - Tekstslide

Wel zwanger

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkeling van de baby
Embryo
  • Week 1 t/m 8
  • Ontwikkeling organen
  • Celdifferentiatie en apoptose

Foetus
  • Week 9 t/m 40
  • De baby groeit nu alleen nog maar

Slide 9 - Tekstslide

Celdifferentiatie
Alle cellen van een embryo bevatten hetzelfde DNA, maar in elke cel is slechts een deel van het DNA actief (door plaats in embryo en invloed signaalstoffen door buurcellen)

Apoptose: geprogrammeerde celdood

Slide 10 - Tekstslide

In de baarmoeder (placenta)

Navelstreng
  • Navelstrengader: zuurstof (O2) en voedingsstoffen van moeder naar baby
  • Navelstrengslagaders: koolstofdioxide (CO2) en andere afvalstoffen van baby naar moeder

Diffusie en actief transport

Slide 11 - Tekstslide

Welk effect hebben schadelijke stoffen op het embryo?

  • Nicotine
  • Alcohol
  • Medicijnen
  • Drugs
  • Rodehond virus 

-> miskraam
-> aangeboren afwijkingen

Slide 12 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
  • Foliumzuur + vitaminen
  • Bloed prikken
  • Luisteren naar het hartje
  • Echo: 12wk en 20wk
  • Vlokkentest
  • Vruchtwaterpunctie
  • Nieuw: NIPT-test (héél veilig)

Slide 13 - Tekstslide

De geboorte
Een vrouw weet dat ze gaat bevallen door weeën (= samentrekken spieren baarmoeder) 
-> zorgt voor indaling

3 fasen:
  • Ontsluiting: vruchtvliezen breken en baarmoedermond gaat open
  • Uitdrijving: de baby wordt geboren
  • Nageboorte: placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng naar buiten (waarom belangrijke fase?)

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ontstaat een tweeling?
Een vrouw weet dat ze gaat bevallen door weeën

3 fasen:
- Ontsluiting
- Uitdrijving
- Nageboorte

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen behaald??
  • Je kunt de ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen en apoptose.
  • Je kunt fasen van de geboorte beschrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Het huiswerk
Bestudeer blz. 133 t/m 141.

O: Maken + nakijken opdr. 50 t/m 64.
V: Maken + nakijken opdr. 58 t/m 64.

Slide 17 - Tekstslide

Waar vinden de eerste celdelingen van de zygote meestal plaats? Hoe heten deze eerste delingen?

Slide 18 - Open vraag

In de vroege ontwikkelingsfasen van het embryo zijn er drie holten te zien. Welke holten zijn dat?

Slide 19 - Open vraag

De amnionholte met vruchtwater komt bij alle gewervelde dieren voor, maar niet bij amfibieën. Verklaar waarom een amfibie geen amnion nodig heeft.

Slide 20 - Open vraag

Het bloed in de navelstrengader
A
stroomt naar de moeder toe en is zuurstofrijk
B
stroomt van de moeder af en is zuurstofrijk
C
stroomt naar de moeder toe en is zuurstofarm
D
stroomt van de moeder af en is zuurstofarm

Slide 21 - Quizvraag

Apoptose is het proces waarbij geprogrammeerde celdood optreedt. Hierdoor kunnen overbodige en ongewenste weefsels verdwijnen. Wanneer is dit nuttig tijdens de embryonale ontwikkeling?

Slide 22 - Open vraag

Waar wordt het zwangerschapshormoon afgegeven, wat is de naam van dit hormoon en welke functies heeft het?

Slide 23 - Open vraag

Hoe wordt een bevruchtte eicel ook wel genoemd?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een embryo en een foetus?

Slide 25 - Open vraag

Wat zijn klievingsdelingen en wanneer vinden deze plaats?

Slide 26 - Open vraag

Hoe noem je het binnenste en buitenste vruchtvlies?

Slide 27 - Open vraag

Welke functies heeft het vruchtwater?

Slide 28 - Open vraag

Hoe is een navelstreng opgebouwd?

Slide 29 - Open vraag