H2.2 Betalen en bankieren

H2.2 Betalen en bankieren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2.2 Betalen en bankieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het einde van de les weten de leerlingen welke mogelijkheden er zijn om geld op te nemen en te betalen.

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat debetsaldo en creditsaldo inhoud.

Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe ze het banksaldo moeten berekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

 Betalen en bankieren
Op welke manieren kun je betalen?
Op welke manieren kun je geld opnemen?

Slide 3 - Tekstslide

Debetsaldo
Toestemming van de bank krijgen om tot een bepaald bedrag rood te staan op je bankrekening. 
Bank vraagt vergoeding --> debetrente.

Luuk staat op zijn betaalrekening €400 in de
plus en heeft een krediet maximum van €200. Hij betaalt via de bank €500 en staat nu €100 in de min: + € 400 – €500 = –€100.


Slide 4 - Tekstslide

Luuk staat op zijn betaalrekening € 1000 in de
plus. Hij betaalt via de bank € 1200.
Wat is zijn debetsaldo?

Slide 5 - Open vraag

Creditsaldo
Sommige banken vergoeden creditrente aan klanten.

Luuk staat op zijn betaalrekening € 700 in de
min. Luuk ontvangt € 900 op zijn rekening en staat nu
€ 200 in de plus: - € 700 + € 900 = +€ 200.

Slide 6 - Tekstslide

Luuk staat op zijn betaalrekening € 1000 in de
min. Luuk ontvangt € 1800 op zijn rekening.
Wat is zijn creditsaldo?

Slide 7 - Open vraag

Banksaldo
positief --> creditsaldo
negatief --> debetsaldo

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maken
H2.2, ook huiswerk!

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les weten de leerlingen welke mogelijkheden er zijn om geld op te nemen en te betalen.


Aan het einde van de les weten de leerlingen wat debitsaldo en creditsaldo inhoud.

Aan het einde van de les weten de leerlingen leren hoe ze het banksaldo moeten berekenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe heb jij de les ervaren en waarom?

Slide 12 - Open vraag