4H - Persoonlijk voornaamwoord + extra's
1 / 28
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
mij
jou
hem
U
jullie
ons
haar
ihn
sie
uns
dich
euch
Ihnen
mir
Slide 5 - Sleepvraag
jij
jou (3e)
jou
ik
mij (3e)
mij (4e)
dich
mir
mich
dir
ich
du
Slide 6 - Sleepvraag
zij
haar (3e)
haar (4e)
hij
hem (3e)
hem (4e)
sie (4e)
ihn
ihm
ihr
er
sie (1e)
Slide 7 - Sleepvraag
Es tut mir Leid, ich kenne [u] doch gar nicht.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Wie lange kennst du [hem] schon?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Wie geht es [met jou]?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Hast du [hem] noch angerufen?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Das ist doch Karin? Ja, das stimmt! Du kennst [haar] auch?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Kannst du vielleicht ... Montag?
A
am
B
um
Slide 20 - Quizvraag
Wo hast du ... gelesen?
A
dass
B
das
Slide 21 - Quizvraag
Bis ... haben wir Zeit für diese Aufgabe?
A
wann
B
wenn
Slide 22 - Quizvraag
Kannst du vielleicht ... drei?
A
am
B
um
Slide 23 - Quizvraag
... wieviel Uhr fängt der Film an?
A
am
B
um
Slide 24 - Quizvraag
Bist du dir sicher, ... Petra dann auch kann?
A
dass
B
das
Slide 25 - Quizvraag
Von .... bis .... habt ihr Ferien?
A
wenn - wann
B
wann - wenn
C
wenn - wenn
D
wann - wann
Slide 26 - Quizvraag
Was machen wir, .... Petra und Peter nicht kommen?
A
wann
B
wenn
