10.2 Stralingsbronnen

10.2 Stralingsbronnen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.2 Stralingsbronnen

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kan je ...
(... in grote lijnen uitleggen hoe röntgenstraling ontstaat. )

... een isotoop op de juiste manier noteren. 

... een vervalreactie van een radioactief isotoop opschrijven. 

... tabel 25A in BiNaS gebruiken bij het maken van vervalreacties. 

Slide 2 - Tekstslide

Een atoom bestaat uit proton, neutronen en elektronen.

  • In de kern zitten protonen en neutronen.
  • Hieromheen 'cirkelen' elektronen. 

Slide 3 - Tekstslide

Atoomnummer en massagetal
  • Atoomnummer: Aantal protonen in de kern.
  • Massagetal: Aantal protonen + aantal neutronen.


A = N + Z


A: Massagetal
N: Aantal neutronen
Z: Atoomnummer

Slide 4 - Tekstslide

Een stof heeft een massagetal van 15 en er draaien 6 elektronen om de kern. Hoeveel neutronen zitten er in de kern?
A
6
B
9
C
15
D
21

Slide 5 - Quizvraag

Notatie
X: Scheikundig symbool van atoom.

A: Massagetal (N + Z)

Z: Atoomnummer (aantal protonen)

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel neutronen heeft deze stof?
A
0
B
3
C
6
D
9

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft deze stof?
A
50
B
80
C
130
D
180

Slide 8 - Quizvraag

Isotopen
  • Dit zijn atomen met hetzelfde atoomnummer, maar met een ander massagetal.

  • Komen niet altijd voor in de natuur.

  • BiNaS tabel 25A (Hier staan niet alle isotopen in)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Alternatieve schrijfwijze
Isotopen worden ook wel eens alleen met het massagetal omschreven. 
H-1
H-2
H-3

Slide 11 - Tekstslide

Welk isotoop heeft de meeste protonen?

A
Zn-64
B
Zn-65
C
Zn-66
D
Er is geen verschil

Slide 12 - Quizvraag

Radioactief verval
Radioactief verval is het proces waarbij een instabiele atoomkern vanzelf verandert in een andere atoomkern.

Er wordt dan een deeltje uitgezonden (α, β of γ).

Je kunt het verval beschrijven in een vervalreactie.

Slide 13 - Tekstslide

Radioactief verval
Moederkern
Dochterkern

Slide 14 - Tekstslide

Radioactief verval

Slide 15 - Tekstslide

3 soorten verval

Slide 16 - Tekstslide

Bi-213 zendt α-straling uit.
Wat wordt de dochterkern?
A
Tl-209
B
Tl-210
C
Pb-209
D
Pb-210

Slide 17 - Quizvraag

Radioactief verval
Let op!!!! 

Sommige isotopen hebben alfa- en bètaverval. 

Dit gebeurd nooit tegelijkertijd, het is de ene of de andere. 

Je noteert dan beide reactievergelijkingen. 

Gammaverval kan wel in combinatie met alfa- of bètaverval en moet er altijd bij worden vermeld. 

Slide 18 - Tekstslide

Vervalreeks
De kernen blijven vervallen tot er een stabiele kern ontstaat. 



BiNaS tabel 25A

Slide 19 - Tekstslide

Oefening vervalreeks
Geef de vervalreeks van Pb-212.

Gebruik hierbij BiNaS Tabel 25A.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Na deze les kan je ...
(... in grote lijnen uitleggen hoe röntgenstraling ontstaat. )

... een isotoop op de juiste manier noteren. 

... een vervalreactie van een radioactief isotoop opschrijven. 

... tabel 25A in BiNaS gebruiken bij het maken van vervalreacties. 

Slide 22 - Tekstslide

Ik heb deze leerdoelen behaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll