Examenvoorbereidingen

Examenvoorbereiding Economie 

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding Economie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat wil jij besproken hebben voor het examen?

Slide 2 - Woordweb

Voorbereiden examen
  • Je moet alle hoofdstukken uit je boek kennen. 
  • Het helpt enorm als je de begrippen uit het boek kent. 
  • De beste manier om je voor te bereiden op het examen is het maken van de oude examens. 
  • Veel van de onderwerpen die eerder in een centraal examen zijn gevraagd komen, terug.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Waar je op moet letten bij het maken van een examen
  • We behandelen dit in drie onderdelen
  • Meerkeuzevraag

  • Openvraag

  • Rekenvraag

Slide 6 - Tekstslide

Meerkeuzevraag
  • De vraag wordt goed gerekend wanneer je de juiste letter in HOOFDLETTER hebt opgeschreven.
  • Heb je het goeie antwoord gegeven op de meerkeuze vraag met een kleine letter, dan is je antwoord in principe goed maar maak duidelijk wat je bedoeld!
  • Heb je 2 antwoorden gegeven (bij een meerkeuzevraag), terwijl er maar 1 antwoord goed is dan word de vraag fout gerekend!



Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldvraag
  • Het handelsverdrag is goed nieuws voor Europese kaasproducenten en exporteurs van kaas. Zij verwachten nu veel meer kaas aan Canada te kunnen verkopen. Toch is er nog sprake van protectionisme. Van welke protectionistische maatregel door Canada is sprake? (1p)
  • A. van een contingent
  • B. van een ingestelde ruilvoet
  • C. van een uitvoerverbod
  • D. van vrijhandel
  • Goeie antwoord is A
  • Wanneer de kandidaat antwoord A geeft reken je vraag goed en schrijf je het aantal te geven punten voor je gegeven antwoord op. (In dit geval 1p) JE REKENT DE VRAAG ALLEEN GOED ALS ANTWOORD A IN HOOFDLETTER IS GEGEVEN

Slide 8 - Tekstslide

Openvraag
  • Wanneer je een vraag helemaal juist beantwoord krijg je alle punten
  • Als je een vraag gedeeltelijk goed hebt krijg je gedeeltelijk de punten
  • Wanneer je maar één antwoord hoeft te geven op de vraag wordt alleen het antwoord wat als eerste is gegeven goed gerekend!
  • Geef je dus meerdere antwoorden dan kijk je alleen naar het eerste antwoord. De rest wordt niet meegeteld
  • Dit geld ook voor vragen met meerdere antwoorden
  • Wanneer je bij een vraag het juiste antwoord geeft, maar geen uitleg of berekening geeft, wordt de vraag fout gerekend en krijg je 0 punten.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldvraag
  • Leidt de verplaatsing van Nederlandse bedrijven naar China tot conjuncturele of structurele werkloosheid in Nederland? Maak een keuze en verklaar je antwoord.
  • Antwoord:
  • structurele werkloosheid
  • Het antwoord is inderdaad structurele werkloosheid, maar wordt toch fout gerekend, want de juiste verklaring mist.


Slide 10 - Tekstslide

Rekenvraag
  • Maak duidelijk wat je antwoord is qua eenheid (geld geven we weer in EURO'S!)
  • Houdt bij een rekenvraag ALTIJD rekening met Afronden:
  • Rond een antwoord in euro’s altijd met 2 cijfers achter de komma af
  • Dus als je antwoord 10 euro is schrijf je dit op als €10,00
  • Rond een antwoord in procenten altijd af met 1 cijfers achter de komma
  • Dus als je antwoord 1,45 procent is schrijf je dit op als 1,5%
  • Heb je een antwoord verkeerd afgerond, dan wordt het antwoord fout gerekend en is de vraag dus fout beantwoord!
  • Schrijf altijd de hele berekening op! VERGEET DIT NIET, DIT IS ECHT SUPER BELANGRIJK!

Slide 11 - Tekstslide