Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toetsweek herhalingsles H8
Toetsweek: H3, H4 en H8
Dinsdag 25 januari 10.00u-11.00u
H8 Kracht en beweging
Omrekenen massa naar kracht (8.1, blz. 166)
Tekenen van krachten op schaal (8.1, blz. 167)
Berekeningen uitvoeren met hefboomregel (8.2, blz. 170 + 171)
Berekenen van gemiddelde snelheid en snelheden omrekenen (8.3, blz. 175 + 176)
Begrijpen wat van invloed is op reactietijd en remweg (8.4, blz. 179 + 180)
Berekenen van stopafstand (8.4, blz. 180)
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Toetsweek: H3, H4 en H8
Dinsdag 25 januari 10.00u-11.00u
H8 Kracht en beweging
Omrekenen massa naar kracht (8.1, blz. 166)
Tekenen van krachten op schaal (8.1, blz. 167)
Berekeningen uitvoeren met hefboomregel (8.2, blz. 170 + 171)
Berekenen van gemiddelde snelheid en snelheden omrekenen (8.3, blz. 175 + 176)
Begrijpen wat van invloed is op reactietijd en remweg (8.4, blz. 179 + 180)
Berekenen van stopafstand (8.4, blz. 180)
Slide 1 - Tekstslide
Omrekenen massa naar kracht (8.1, blz. 166)
Zwaartekracht = massa x 10
Massa = zwaartekracht : 10
Eenheid zwaartekracht: Newton [N]
Eenheid massa: kilogram [kg]
Slide 2 - Tekstslide
Tekenen van krachten op schaal (8.1, blz. 167)
Krachten teken je als pijl
Pijlpunt geeft
richting
aan
Lengte geeft
grootte
aan
Beginpunt geeft
aangrijpingspunt
aan
Slide 3 - Tekstslide
Tekenen van krachten op schaal (8.1, blz. 167)
Krachten op schaal tekenen
Bijvoorbeeld 1 cm stelt 20 N voor (1 cm ≡ 20 N)
Pijl gegeven --> als deze 2,5 cm is dan: 2,5 x 20 = 50N
Kracht gegeven --> als deze 100 N is dan: 100 : 20 = 5 cm
Slide 4 - Tekstslide
Kees heeft een massa van 55 kg. Wat is zijn zwaartekracht?
A
55 N
B
550 N
C
5,5 N
D
5500 N
Slide 5 - Quizvraag
Als je een kracht wilt tekenen,
moet je eerst een kiezen.
1cm=50N betekent dat een pijl van 1cm
een kracht van voorstelt.
Een kracht van 150 N teken je op deze schaal als een pijl van
Krachtenschaal
50 N
3 cm
Slide 6 - Sleepvraag
Berekeningen uitvoeren met hefboomregel (8.2, blz. 170 + 171)
Hefboom
Met een kleine kracht kun je een grotere kracht uitoefenen
Hoe verder van het draaipunt je kracht zet hoe meer kracht je kunt leveren
Slide 7 - Tekstslide
Berekeningen uitvoeren met hefboomregel (8.2, blz. 170 + 171)
Slide 8 - Tekstslide
Berekeningen uitvoeren met hefboomregel (8.2, blz. 170 + 171)
Slide 9 - Tekstslide
Berekeningen uitvoeren met hefboomregel (8.2, blz. 170 + 171)
Slide 10 - Tekstslide
wat wordt er bedoeld met draaipunt, bij hefbomen?
A
hefbomen die je kunt rond draaien
B
het draaipunt zit in het midden, van de lange en korte arm
C
hefbomen hebben geen draaipunt
D
daar waar je op de hefboom kracht uit oefent
Slide 11 - Quizvraag
Bereken met de hefboomregel of de hefboom hiernaast in evenwicht is.
A
A. Er is evenwicht
B
B. Het moment links is groter
C
C. Het moment rechts is groter
Slide 12 - Quizvraag
Berekenen van gemiddelde snelheid en snelheden omrekenen (8.3, blz. 175 + 176)
Slide 13 - Tekstslide
Berekenen van gemiddelde snelheid en snelheden omrekenen (8.3, blz. 175 + 176)
Slide 14 - Tekstslide
Als je bij een vraag moet berekenen hoe groot de snelheid van een fietser is. Hoe groot moet het antwoord dan ongeveer zijn?
A
0 tot 10 km/h
B
10 - 30 km/h
C
30 - 50 km/h
D
> 50 km/h
Slide 15 - Quizvraag
Een koolmees heeft een maximum snelheid van 8 m/s. Bereken de snelheid in km/h.
A
28,8 km/h
B
2,2 km/h
C
11,6 km/h
D
4,4 km/h
Slide 16 - Quizvraag
Een atleet loopt de 100 meter in 10,8 seconde.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,108 m/s
B
v = 33,3 m/s
C
v = 2,57 m/s
D
v = 9,26 m/s
Slide 17 - Quizvraag
Begrijpen wat van invloed is op reactietijd en remweg (8.4, blz. 179 + 180)
Reactietijd
Reactietijd = de tijd die je nodig hebt voordat je remt
Reactieafstand = afstand die je tijdens de reactietijd aflegt
Hangt af van:
Leeftijd
Concentratie
Vreemde stoffen in je lichaam
Slide 18 - Tekstslide
Begrijpen wat van invloed is op reactietijd en remweg (8.4, blz. 179 + 180)
Remweg
Remweg = afstand tijdens het remmen
Hangt af van:
Snelheid
Remkracht
Soort wegdek
Weersomstandigheden
Profiel op de banden
Massa van voertuig
Slide 19 - Tekstslide
Berekenen van stopafstand (8.4, blz. 180)
Stopafstand = reactieafstand + remweg
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de remweg?
A
De afstand die de auto aflegt voor het remmen.
B
De afstand die de auto aflegt tijdens het remmen.
C
De totale afstand van een (nood)stop.
Slide 21 - Quizvraag
De reactietijd wordt vergroot door:
A
gladde weg
B
snelheid van de auto
C
medicijngebruik
D
massa van de auto
Slide 22 - Quizvraag
Als je een auto bestuurt, moet je rekening houden met de stopafstand. Waardoor wordt de stopafstand kleiner?
A
Als de auto nieuwe banden heeft
B
Als de auto zwaar beladen is
C
Als de bestuurder moe is en langzaam reageert
D
Als het wegdek nat is
Slide 23 - Quizvraag
Aan de slag
Wat?
Maak een overzicht van de leerstof of oefen opdrachten met de Test Jezelf (blz. 160 en 161)
Tijd?
Tot einde les
Resultaat?
Klassikaal bespreken
Klaar?
Kijk je antwoorden na met het antwoordenblad
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
oefentoets H6 kracht en beweging 2B
April 2021
- Les met
48 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
8.4 Remmen en veiligheid
Mei 2020
- Les met
24 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
8.4 Remmen en veiligheid
Mei 2023
- Les met
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
8.4 veilig rijden
April 2022
- Les met
17 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Oefentoets H8
April 2021
- Les met
40 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Verkeer en veiligheid
Februari 2019
- Les met
24 slides
nask
Voortgezet speciaal onderwijs
Hoofdstuk 5 paragraaf 4 veilig rijden
April 2023
- Les met
21 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
H 12.4 Stopafstand B4 les 4
Maart 2024
- Les met
27 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4