10.4 Voortplanting met bloemen

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 10.4 (blz 47)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 10.4 (blz 47)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 10.4
  • Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
  • Je kunt beschrijven hoe de bestuiving bij insectenbloemen en bij windbloemen gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe de bevruchting van eicellen door stuifmeelkorrels bij een bloem gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Onderdelen van een bloem met de functie
  • Bloembodem: Hierop zitten andere delen van de bloem vast.
  • Kelkbladeren: groene blaadjes, beschermen de bloem tegen kou, uitdroging en beschadiging als de bloem in de knop zit.
  • Nectarkliertjes: Klieren onderin de bloem, die nectar maken = zoete stof die insecten eten.
  • Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes, hiermee lokt de plant insecten.
  • Stamper: vrouwelijke deel van de bloem dat middenin de bloem zit, is voor de voortplanting
  • Meeldraden: mannelijke deel van de bloem en staan rondom stamper, zijn voor voortplanting

Slide 4 - Tekstslide

De stamper
Stamper = stempel, stijl en vruchtbeginsel

In het vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels
In elk zaadbeginsel zit een eicel

Dit zijn de 'vrouwelijke geslachtsdelen' van de bloem! 

Slide 5 - Tekstslide

De meeldraad
Meeldraad = helmknop en helmdraad
De stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen, te vergelijken met zaadcellen van mensen.

Dit zijn dus de 'mannelijke geslachtsdelen' van de bloem!

Slide 6 - Tekstslide

Bestuiving
 "stuifmeel van de meeldraden van een bloem gaan naar de stamper van een bloem van dezelfde soort plant"

Dit kan zijn eigen vrouwelijke deel zijn. (=zelfbestuiving)
Of het vrouwelijke deel van een andere bloem. (=kruisbestuiving)

Slide 7 - Tekstslide

Bestuiving door insecten of de wind
insectenbloem: opvallende kleuren en geuren om insecten aan te trekken, nectar zit diep in de bloem

windbloem: bloemetjes zijn klein, groen en geuren niet, meeldraden en stempel steken ver uit de bloem

Slide 8 - Tekstslide

Zelfbestuiving of kruisbestuiving?

Slide 9 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 10.3 en 10.4
Maken: 10.3 opdracht 3, 4, 7, 8, 10, 11 
10.4 opdracht 2 t/m 21

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 11 - Sleepvraag

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 12 - Sleepvraag

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels.
Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
windbloemen
B
insectenbloemen
C
zowel wind- als insectenbloemen
D
alleen van gras

Slide 13 - Quizvraag

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem
Bloemsteel
7

Slide 14 - Tekstslide

Startopdracht:
 Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 10.4 (blz 54)

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 10.4 les 2
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Zaadverspreiding
3 manieren: 
1. door wind
2. door dieren
3. door de plant zelf

Slide 17 - Tekstslide

Ontstaan van zaden
1. Stuifmeelkorrels plakken op de stempel
2. Celkern van stuifmeelkorrels gaat door de stuifmeelbuis tot in de eicel
3. Elke bevruchte eicel (zaadbeginsel) groeit uit tot een zaadje, daaromheen groeit het vruchtbeginsel tot vrucht

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Levenscyclus van een plant

Ontkiemen:
Eerst groeien de worteltjes en daarna pas het bovengrondse deel van de plant.

Slide 20 - Tekstslide

Verschillende levenscycli
- eenjarige planten: hele levenscyclus in hetzelfde jaar
- tweejarige planten: ontkiemen en groeien in het 1e jaar, bloeien en maken zaden in het 2e jaar
- meerjarige planten: doorlopen de hele cyclus elk jaar opnieuw, maar bovengrondse delen sterven in het najaar af 
Tweejarige planten

Slide 21 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 10.3 en 10.4
Maken:  10.3 opdracht 3, 4, 7, 8, 10, 11 & 
10.4 opdracht 2 t/m 21, 22, 24

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 22 - Tekstslide