Formuleren H6 Lastige verwijswoorden

A school / B thuis
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

A school / B thuis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen tot 12.30 uur


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je na het lezen doen?
Zelfstandig werken aan Hf 6 Lastige verwijswoorden  ong. 12.30 uur
  • Je maakt de opdrachten  1, 2, 4, 5c, 6c en 8b.
  • Leer de theorie. Maak een uittreksel of woordweb.
  • Oefen op website

Klaar?
Ga bezig met een ander vak.
Of lees verder in je boek.

Samen: opdrachten in LessonUp: wat weet en kan je al?  Groep B doet om 12.45 uur weer mee.

Evaluatie  ong. 12.55 uur
Wat weet je al over de verwijswoorden? Thuisgroep schrijft in de chat.
Lessen Formuleren na de meivakantie
Toets Formuleren                          


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hf 6 Formuleren
Je leert over lastige verwijswoorden.
Je kent de regels voor het gebruik van de verwijswoorden
hun/hen
dat/wat
waarmee/met wie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 12.55 uur Evaluatie 

Schrijf in je aantekenschrift.

Wat weet je nu over deze verwijswoorden?
Schrijf bij elk verwijswoord enkele regels op.\

Wat heb je opgeschreven?
Thuisgroep B maakt foto en post deze in de chat.

hen /  hun
dat / wat
waar + vz
vz + wie



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe tevreden ben je over wat
je al weet over lastige verwijswoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Sleep de juiste verwijswoorden naar het juiste vak.


Het eerste doelpunt                        Tobias scoorde,

vergeet                    nooit meer.
het
dat
wat
hij
die

Slide 7 - Sleepvraag

dwaazer = dwazer
woest - meest woest

Sleep de juiste verwijswoorden naar het juiste vak.


Het boek                       je laatst vertelde, is zo mooi!

Ik geef                   ook het boek om te lezen.
over wie
hun
hen
waarover

Slide 8 - Sleepvraag

dwaazer = dwazer
woest - meest woest