dag 5

dag 5
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

dag 5

Slide 1 - Tekstslide

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk

Slide 2 - Tekstslide

de man
  • de man <----> de vrouw
  • de man - de mannen
  • Als je 18 bent, ben je volwassen. Een jongen wordt dan een man en een meisje een vrouw.
  • zin: De man heeft een snor en een baard. 
26

Slide 3 - Tekstslide

meestal
  • bijna altijd
  • meestal <---> soms
  • zin: Ik sta meestal om 7 uur op. Alleen op zondag slaap ik uit. 
27

Slide 4 - Tekstslide

het meisje
  • het meisje <---> de jongen
  • het meisje -  de meisjes
  • het meisje is een kind
  • zin: In de klas zitten 11 meisjes en 8 jongens. 
28

Slide 5 - Tekstslide

men
  • mensen, je weet niet precies wie
  • zin: Men eet in Nederland om 18.00 uur. 
29

Slide 6 - Tekstslide

de mening
  • wat je vindt van iets of iemand; goed of slecht, mooi of lelijk enzovoort.
  • de mening -  de meningen
  • zin:  Iedereen heeft een eigen mening.
  • zin: De meningen zijn verdeeld.
30

Slide 7 - Tekstslide

de mode
  • wat mensen in deze tijd leuk vinden; wat modern is, bijvoorbeeld kleding.
  • zin : Korte rokken zijn in de mode.
31

Slide 8 - Tekstslide

de neus
  • met je neus kun je ruiken
  •  de neus -  de neuzen
  • zin: De man heeft een kleine neus.
  • zin: Als Pinokkio liegt, groeit zijn neus.
32

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Maak een goede zin met:
Het werkwoord: lopen
De persoon: man
26

Slide 11 - Open vraag

Wat hoort er niet bij?

meestal - men - nooit - altijd
27/29
A
men
B
meestal
C
altijd
D
nooit

Slide 12 - Quizvraag


Wat is goed?
28
A
Ik ziet een meisje.
B
Hij zien een meisje.
C
De meisje zie een jongen.
D
Het meisje ziet een jongen.

Slide 13 - Quizvraag


Wat is goed?
30
A
Men heeft allemaal een eigen mening.
B
Man heeft allemaal een eigen mening.
C
Vrouw heeft allemaal een eigen mening.
D
Iedereen hebben een eigen mening.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is jouw mening
over Nederland?
30
timer
1:30

Slide 15 - Open vraag

31
timer
1:30
Wat is er nu in de mode?

Slide 16 - Woordweb