Oefenen met argumenteren
1 / 26
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
D
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet deze argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijk argument
D
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijk argument.
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste argumentatiestructuur.
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen.
Leerlingen moeten op school hun huiswerk onder begeleiding kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
D
nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
Slide 6 - Quizvraag
Welke argumentatiestructuur
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste argumentatiestructuur.
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend afhankelijk
C
onderschikkend
D
nevenschikkend onafhankelijk
Slide 8 - Quizvraag
Het openbaar vervoer moet goedkoper worden. Hierdoor zullen de files afnemen. Bovendien is het beter voor het milieu. Welke argumentatiestructuur herken je?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onafhankelijke nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Afhankelijke nevenschikkende argumentatie
Slide 9 - Quizvraag
'Je kunt wel zien dat Joris' ouders veel geld verdienen: hun huis in Nederland staat vol met designmeubelen en ze hebben ook nog een chalet in Zwitserland' Welke argumentatiestructuur herken je?
A
Onderschikkende argumentatie
B
Onafhankelijke nevenschikkende argumentatie
C
Afhankelijke nevenschikkende argumentatie
D
Enkelvoudige argumentatie
Slide 10 - Quizvraag
Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
De film is blijkbaar afgelopen,
de bioscoop is al leeggestroomd.
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 13 - Sleepvraag
Er ligt een dun laagje ijs op de gracht.
Het vriest kennelijk.
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 14 - Sleepvraag
Het financieringstekort is nauwelijks kleiner geworden:
het kabinetsbeleid is mislukt!
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 15 - Sleepvraag
Hij heeft dit jaar met het tweede elftal grote verliezen geleden.
Volgens mij wordt hij geen hoofdtrainer.
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 16 - Sleepvraag
Je mag doorrijden,
het licht staat op groen.
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 17 - Sleepvraag
Motorrijden is ongevaarlijk.
Er gebeuren meer ongelukken met auto’s dan met motoren.
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 18 - Sleepvraag
Ze komen zo down het café uit:
het feest zal hen wel tegengevallen zijn.
ARGUMENT
STANDPUNT
Slide 19 - Sleepvraag
Slide 20 - Tekstslide
Stop de hobbyjacht. Het is toch ontoelaatbaar dat jaarlijks ruim één miljoen dieren doodgeschoten wordt voor de lol van een kleine groep jagers.
Welk type argumentatie is dit?
Welk type argumentatie is dit?
A
feitelijke argumentatie
B
waarderende argumentatie
Slide 21 - Quizvraag
Ik ga graag mee naar Parijs , want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld.
A
Feitelijke argumentatie
B
Waarderende argumentatie
Slide 22 - Quizvraag
Lees elke dag 10 minuten, want dan scoor je bovengemiddeld goed op je proefwerk Nederlands
A
Feitelijke argumentatie
B
Waarderende argumentatie
Slide 23 - Quizvraag
Ik kan standpunten en argumenten uit elkaar houden:
😒🙁😐🙂😃
