H1 §3 meten en omrekenen

Meten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Meten

Slide 1 - Tekstslide

programma
terugblik vorige les
uitleg meten, grootheden en eenheden
omrekenen
huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
corrosief (bijtend)
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk

Slide 4 - Quizvraag

leerdoelen
aan het einde van de les kun je
een paar grootheden en eenheden noemen
omrekenen 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een grootheid?

Slide 6 - Open vraag

Grootheid
Een grootheid is iets wat je meet. Denk aan:
Lengte
Tijd
Temperatuur
Massa
Volume

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de grootheid die bij uur hoort?
A
Lengte
B
Tijd
C
Massa
D
Hoelang

Slide 8 - Quizvraag

Eenheid
Een eenheid is de maat waarin je iets meet. Denk aan:
- uur, seconde
- meter
- liter, kubieke meter
- kilogram
- newton
- graden Celsius, kelvin

Slide 9 - Tekstslide

Massa vs Gewicht
Massa druk je uit in kilogrammen. Als jouw gewicht wordt gevraagd, hoor je eigenlijk te zeggen "mijn massa is 55 kg". 

Je gewicht heeft met de zwaartekracht te maken. Je massa blijft gelijk, je gewicht veranderd met de zwaartekracht. Je gewicht op aarde is groter dan op de maan. Dat komt omdat de aarde groter is dan de maan. De aarde trekt harder aan jou. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke eenheid hoort bij volume?
A
Uur
B
Liter
C
Kelvin
D
Seconde

Slide 11 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij temperatuur?
A
graden Celsius
B
Liter
C
Kubieke meter
D
Seconde

Slide 12 - Quizvraag

Welke grootheid hoort bij Kubieke meter?
A
Massa
B
Gewicht
C
Volume
D
Tijd

Slide 13 - Quizvraag

Welke grootheid meet je met een liniaal?
A
Graden
B
Lengte
C
Lengte en graden
D
Lengte en breedte

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de formule voor de oppervlakte van een vierkant?
A
Lengte x breedte
B
hoogte x zijde
C
lengte x breedte x 0,5
D
hoogte x zijde x 0,5

Slide 17 - Quizvraag

Volume

Slide 18 - Tekstslide

beginstand: 15 mL
eindstand: 24 mL
Volume?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3

Slide 19 - Quizvraag

200 g = .... kg
A
0,2
B
20
C
200
D
200.000

Slide 20 - Quizvraag

5 ton = ....... kg
A
5
B
50
C
500
D
5000

Slide 21 - Quizvraag



94 mL =
timer
0:10
A
940 cm3
B
94 cm3
C
0.094 cm3
D
94000 cm3

Slide 22 - Quizvraag



0,675 m3 =
timer
0:10
A
675,000 mL
B
675 mL
C
0,675 mL
D
0,000675 mL

Slide 23 - Quizvraag



4,5 dm3 =
timer
0:10
A
45000 L
B
45 L
C
0,0045 L
D
4,5 L

Slide 24 - Quizvraag



42 cm3 =
timer
0:10
A
42000 dm3
B
42 dm3
C
0,042 dm3
D
0,42 dm3

Slide 25 - Quizvraag



0,7 dm3 =

timer
0:10
A
7000 cm3
B
70 cm3
C
700 cm3
D
7 cm3

Slide 26 - Quizvraag


0.0048 g =
timer
0:10
A
0,0048 mg
B
4,8 mg
C
0,048 mg
D
0,0000048 mg

Slide 27 - Quizvraag


370 mg =
timer
0:10
A
370 g
B
0,000370 g
C
370,000 g
D
0,370 g

Slide 28 - Quizvraag


760 g =
timer
0:10
A
0.760 kg
B
0.000760 kg
C
760 kg
D
7600 kg

Slide 29 - Quizvraag


0.435 kg
timer
0:10
A
435 g
B
0.000435 g
C
1435 g
D
04.35 g

Slide 30 - Quizvraag


14 kg =
timer
0:10
A
14 g
B
1.400 g
C
140 g
D
14.000 g

Slide 31 - Quizvraag

Wat hebben we allemaal gehad?

Slide 32 - Woordweb