Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Nederlands

Welkom! Ga rustig op je eigen plek zitten, pak je laptop en log in bij deze LessonUp.

Doelen

Je kent het verschil tussen een persoonsvorm, voltooid deelwoord en een bijvoeglijk naamwoord.

• Je kunt het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord goed spellen.

Voorbeeldzinnen

• We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
• De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
• Het bestede bedrag kun je declareren.
• De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
• Het verbrede pad zag er goed uit.
• Gisteren verbreedde de tuinman het pad.

Wat is het verschil?

vergrote - vergrootte

bestede - besteedde

verbrede - verbreedde

Een voltooid deelwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken. 

Voorbeeld:

De foto is vergroot. --> vtdw

De fotograaf vergrootte de foto. --> pv v.t.

De vergrote foto. --> bn

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken?

Schrijf het zo kort mogelijk!

eindigt het vtdw op een -n? Dan blijft het bijvoeglijk naamwoord geschreven met een -n.

Een voltooid deelwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken. Maak een voorbeeldzin!

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (bederven) vlees

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Verwoesten: de ........ stad

De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De soep is gekruid.
De _____ soep.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

De vogel is opgezet.
De _____ vogel.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Het winkelcentrum is verbouwd.
Het _____ winkelcentrum.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

het (stranden) schip

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Schrikken: een ........ voorbijganger

Schrikken: de ........ mensen

Schrijf een voorbeeldzin met het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
spieken: het ... kindje