Week 2: Voorzetsel

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom!

• Ga rustig op je plek zitten.
• Leg je werkspullen op tafel.
• Leg je boek op tafel.
• Log in op LessonUp.

Wat gaan we vandaag doen?

• Kletsen (5 minuten)
• Lezen (10 minuten)
• Woord van de dag (10 minuten)
• Uitleg: Voorzetsel (10 minuten)
• Zelfstandig aan de slag (10 minuten)

10 minuten lezen!

Leerdoel

Je leert voorzetsels herkennen.

Wat zijn voorzetsels?

• Woorden die vaak een...
• tijd;
• plaats;
• reden
• aangeven

Hoe herken je een voorzetsel?

• Je kunt een voorzetsel voor een lidwoord + zelfstandig naamwoord zetten.
• Een voorzetsel staat meestal aan het begin van een zinsdeel.

Voorbeelden

• Je krijgt een paar voorbeeldzinnen.
• Per zin krijg je 20 seconden de tijd.
• Schrijf het juiste voorzetsel op.

Wat is het voorzetsel?

Masha staat op de digitale weegschaal.

Wat is het voorzetsel?

Ik ga naar de sportschool.

Wat is het voorzetsel?

De leerlingen zijn in de vakantie goed uitgerust.

Wat is het voorzetsel?

Over een paar dagen heeft klas 1J een proefwerk.

Wat is het voorzetsel?

Sanne haar boeken zijn nat geworden door de regen.

Wat is het voorzetsel?

Vanwege het openbaar vervoer ben ik te laat.

Zelfstandig aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 5.

Boek: blz. 210

Niet af? Morgen nog tijd om het af te maken.

Vrijdag