Samenvatting stevigheid en beweging

Samenvatting stevigheid en beweging 

Thema 7 Basisstof 1 -6
Inleiding
Mededeling
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting stevigheid en beweging 

Thema 7 Basisstof 1 -6
Inleiding
Mededeling

Slide 1 - Tekstslide

Enkele vragen voordat de theorie aanbod komt!
Hoe heet het kraakbeen in de knie waar sporters vaak best wel last van hebben bij een verkeerde draai?
A. Kniekraakbeen
B.Knieband
C. Tussenwervelschijf
D. Meniscus

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord:
D

Slide 3 - Tekstslide

Ai... had je hem fout? We proberen het nog een keer!

Slide 4 - Tekstslide

O sorry, je had het goed?
Goedbezig!! Dan gaat misschien deze ook wel!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is zijn antagonisten?
A. Iemand die altijd bezig is met spieren en stevigheid.
B. Moeilijk woord voor armbuigspieren.
C. Spieren waarvan het samenstrekken een tegengesteld effect heeft.
D. Een laag bindweefsel wat over de spieren ligt, soort spierschede.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord:
C

Slide 7 - Tekstslide

Wat heb jij echt onthouden van dit hoofdstuk?

Slide 8 - Woordweb

Basisstof 1 - Het skelet van de mens
Jij loopt, fietst, springt en doet nog veel meer. Terwijl je lichaam zorgt voor stevige botten zodat jij dit allemaal kan doen!

Slide 9 - Tekstslide

wat hoort bij wat?
Het Hoofd
De romp
De ledematen 
Schedelbeenderen
Bovenkaak
Onderkaak
Wervelkolom
Borstkas
Schoudergordel
Bekkengordel

Arm
Been

Slide 10 - Sleepvraag

Wat valt onder de schoudergordel?
A
Schouderbladen en heupbeenderen
B
Borstwervels, ribben en sleutelbeenderen
C
Schouderbladen en sleutelbeenderen
D
Borstbeen en schouderbeenderen

Slide 11 - Quizvraag

Basistof 1
Het hoofd - Schedelbeenderen, bovenkaak, onderkaak
De Romp - Wervelkolom: halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen, staartbeen
Borstkas: borstwervels, ribben, borstbeen
Schoudergordel: schouderbladen, sleutelbeenderen
Bekkengordel: heupbeenderen
De ledematen - Arm: opperarmbeen, ellepijp, spaakbeen, handwortelbeentjes, middenhandsbeentjes, vingerkootjes
Been - dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen, voetwortelbeentjes middenvoetsbeentjes, teenkootjes
Blz. 80 en 81

Slide 12 - Tekstslide

Skelet
Wanneer jij je echt verveelt, maak dan een printscreen en begin op Paint de puzzel!

Slide 13 - Tekstslide

Zie Bladzijde 81 (die 25 moet je kennen)

Slide 14 - Tekstslide

Pijpbeenderen en platte beenderen
Pijpbeenderen: langwerpige beenderen (komen vooral in de ledematen voor). Dijbeenderen en kuitbeenderen
Blz. 83

Slide 15 - Tekstslide

Plattebeenderen komen voor in de schedel en in de romp.
Dus
Bijvoorbeeld schedelbeenderen, schouderbladen en ribben

alleen rood beenmerg aanwezig in platte beenderen
rood beenmerg en geel beenmerg(opslagvet) in de pijpbeenderen.

Slide 16 - Tekstslide

Vorm en functie
Het dier loopt op zijn hielbeen, middenvoetsbeentjes en teenkootjes
A
Teenganger
B
Zoolganger
C
Hoefganger

Slide 17 - Quizvraag

Basisstof 1 - kraakbeenweefsle en beenweefsel
Kraakbeenweefsel is stevig, maar toch buigzaam. Bijvoorbeeld in je neus of in je oorschelpen.
Tussencelstof en kraakbeencel zorgen samen voor het kraakbeenweefsel.
Beenweefsel zorgt voor stevigheid in het skelet, dankzij de kalkzouten en de lijmstof (bij elkaar noemen we dit tussencelstof) is een bot stevig en breek je het niet zomaar. 

Blz. 85

Slide 18 - Tekstslide

Samenstelling van de beenderen in het leven
Baby's: bestaan voornamelijk uit kraakbeenweefsel
Kinderen: de beenderen bestaan uit beenweefsel met veel lijmstof en weinig kalkzouten
Bejaarden: de beenderen bestaan uit beenweefsel met weinig lijmstof en veel kalkzouten

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de functies van het skelet?

Slide 20 - Open vraag

Is het allemaal nog te volgen?
Heb je een vraag stel hem nu!!

Slide 21 - Open vraag

Basistof 3 - beenverbingen
Welke vier manieren zijn beenderen met elkaar verbonden?
- Vergroeid: twee of meer beenderen zijn vergroeid, geen beweging mogelijk.
- Door een naad: de schedelbeenderen, geen beweging mogelijk.
- Door kraakbeen: de ribben, het borstbeen en de wervels. Hierbij is een beetje beweging mogelijk.
- Door een gewricht: dit zij de vingerkootjes bijvoorbeeld, gelukkig veel beweging mogelijk!
Blz. 87

Slide 22 - Tekstslide

Welke gewrichten zijn dit?
A                      B                     C

Slide 23 - Tekstslide

Bouw van een gewricht
Gewrichtskogel kan bewegen in de gewrichtkom.
Beide gewrichten zijn bedekt met een kraakbeenlaagje -> zo kunnen de botten soepel bewegen.
De gewrichtskapsel houd de twee gewrichten bij elkaar en geeft aan de binnenkant gewrichtsmeer af.
Gewrichtsmeer kan gezien worden als een soort van smeervet wat zorgt voor nog soepelere bewegingen! 
Kapselbanden zitten om het gewricht heen, zij helpen mee het gewricht op de plaats te houden.
Blz. 88

Slide 24 - Tekstslide

Het gewricht in de schouder is een kogelgewricht, de bewegingen zijn in verschillende richtingen mogelijk.

Het gewricht tussen het spaakbeen en de ellepijp is een rolgewricht, het rolgewricht draait het  ene bot in de lengteas om het andere bot.

Het gewricht tussen 2 vingerkootjes is een scharniergewricht, de beweging kan je alleen heen en terug maken.

Slide 25 - Tekstslide

Had je het goed?
A                      B                     C

Slide 26 - Tekstslide

Basistof 4 - spieren
Bekijk deze video aandachtig! Bekijk vanaf minuut 1:00

Slide 27 - Tekstslide

 Basistof 5 - Houding en beweging

Slide 28 - Tekstslide

Tussenwervelschijven zijn schijfjes kraakbeen die zich bevinden tussen de wervels in het wervelkolom. Hierdoor is de rug een beetje beweeglijk!
                                       De dubbele-S-vorm wordt in stand                               gehouden door de rugspieren.

Slide 29 - Tekstslide

Lichaamshouding
Door een verkeerde lichaamshouding kan de verwelkolom scheef gaan staan. Wanneer jij je spieren niet goed of te veel achter elkaar gebruikt kunnen je spieren overbelast raken.
Een goede zithouding zorgt voor minder klachten in de rugspieren.

Slide 30 - Tekstslide

Basisstof 6 Blessures
Kijk deze video waar de grote lijnen worden uitgelegd van blessures. Lees ook blz. 96, 97, 98 en 99

Slide 31 - Tekstslide

Voetbal knie
Een blessure die veel voorkomt bij de sportvoetbal. Het is een veel voorkomende blessure. In gewrichten zit kraakbeen. 
In het kniegewricht zit een stukje kraakbeen dat meniscus heet. Als het lichaam draait terwijl het onderbeen blijft staan, kan de meniscus, kniebanden of de kruisbanden scheuren/beschadigen. 
KLIK voor het laatste deel, een kneuzing...
Blz. 98

Slide 32 - Tekstslide

een kneuzing...
Iedereen heeft het wel is gehad een blauwe plek, dit is een kneuzing waarbij het weefsel beschadigd, maar verder niets gebroken of gescheurd is. Denk maar aan een stoot, een stomp of een trap...maar die delen jullie natuurlijk nooit uit;)

Blz. 99

Slide 33 - Tekstslide

Einde 
Lees alle blauwe woorden nog is goed door in je boek en leer de samenvatting van Biologie Voor Jou [blz. 102-104]!
Het slotwoord

Slide 34 - Tekstslide