6/11 2.3 Lezen, informatieve teksten en interviewverslagen, les 1

Lezen 2.3 les 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen 2.3 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoel
  • Lezen
  • Terugblik
  • Instructie - test jezelf -werken in stilte
  • Verlengde instructie - iedereen werken

  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les 
-  kun je benoemen wat een informatieve tekst is;
- kun je verschillende soorten interviewverslagen herkennen;
- heb je geoefend met informatieve teksten en interviewverslagen.

Blauw = kennis = leren
Oranje =  kunnen = oefenen 

Slide 3 - Tekstslide

timer
25:00
In stilte lezen uit het door jouw gekozen boek op niveau.
Huiswerk: 
Hoofdstuk 2, fictie, opdracht 2, 3, 5, 6, 7 en 8 (Ryan, Dayenne, Frederique)
Verlengde instructie: hoofdstuk 2, fictie, opdracht 2, 3, 5, 6 en 7

Hoofdstuk 2, gedichten 2.2, opdracht 2 t/m 6
+ nakijken en verbeteren met een andere kleur: fictie 2.1 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is enjambement

Slide 6 - Open vraag

Nieuwe lesstof

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen
Informatieve tekst
Een tekst die vooral feitelijke informatie bevat met als doel de lezer informeren.

Feitelijke informatie
Een beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden of informatie over dingen die in werkelijkheid bestaan.

Interviewverslag
Een verslag van een vraag- en antwoordgesprek.

Letterlijk interviewverslag
Een interviewverslag waarin de vragen en antwoorden zo letterlijk mogelijk weergegeven zijn.

Samenvattend interviewverslag
Een interviewverslag waarin de vragen zijn weggelaten en de antwoorden gedeeltelijk in eigen woorden zijn samengevat.

Slide 8 - Tekstslide

Informatieve teksten
Een informatieve tekst bevat vooral feitelijke informatie:

  • Geven beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden.
  • Informatie over dingen die in werkelijkheid bestaan.
  • kennis die door waarneming of onderzoek is verkregen.
  • Uitleg die je kunt uitvoeren.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een interview?
A
Een individueel gesprek over je mening
B
Een vraaggesprek tussen twee of meer personen
C
Een discussie in een groep
D
Een gesprek over je standpunt

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het doel van een interview?
A
Zoveel mogelijk informatie krijgen.
B
Een stuk kunnen schrijven over iemand.
C
In contact komen met bekende mensen.
D
Zoveel mogelijk vragen aan iemand stellen.

Slide 11 - Quizvraag

Interviewverslag
Een voorbeeld van een informatieve tekst is een interviewverslag. Deze bestaat in twee soorten:

  1. Letterlijk interviewverslag - letterlijk weergegeven
  2.  Samenvattend interviewverslag - weergegeven als samenvatting

Slide 12 - Tekstslide

Werk voor deze les + huiswerk: Alvast aan het werk? 
  • je begrijpt de lesstof/theorie voldoende (je kunt het groene theorieblok uit je boek gebruiken als ondersteuning) 
  • je werkt in STILTE en je mag NIET PRATEN of OVERLEGGEN en geen vragen stellen
  • je bent echt aan het werk!
Klaar = in STILTE lezen

Pak je VIP en noteer:
Hoofdstuk 2, lezen 2.3, opdracht 2, 4 (steropdracht), 5 en 6


Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over dingen die je niet begreep!

Slide 13 - Tekstslide

Informatieve tekst


Informatieve teksten zijn feitelijk en objectief (geen eigen mening)

Slide 14 - Tekstslide

Informatieve tekst

Het belangrijkste doel van een informatieve tekst is de lezer informeren.

Een informatieve tekst bevat vooral feitelijke (objectieve, dus zonder eigen mening) informatie:
• een beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden;
• informatie over dingen die in werkelijkheid bestaan;
• kennis die door waarneming of onderzoek is verkregen;
• uitleg die je kunt uitvoeren.
Informatieve teksten kom je in allerlei vormen tegen. Voorbeelden zijn: nieuwsbericht, sportverslag, interviewverslag, lemma in een encyclopedie, schoolboektekst, wetenschappelijk artikel, handleiding.

Slide 15 - Tekstslide

Objectieve informatie 
Objectieve informatie is informatie waarin de mening van de schrijver geen rol speelt. Hij is neutraal, hij presenteert feiten.
Objectieve informatie vind je bijvoorbeeld in een encyclopedie als Wikipedia of in een nieuwsbericht. Als lezer verwacht je dat de informatie waar is of dat het echt zo is gebeurd.

Slide 16 - Tekstslide

Feit (objectief)of mening (subjectief)

Slide 17 - Tekstslide

Feit of mening
Feit - objectief = ongevoelig
  • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  • Een feit kan je controleren.

Een mening (wat iemand je van iets vindt) = subjectief = sentiment (gevoel)
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens ermee zijn



    Slide 18 - Tekstslide

    "levensgevaarlijk dus!"
    Feit of mening?
    A
    Feit
    B
    Mening

    Slide 19 - Quizvraag

    Staat hier een feit, of mening?

    Morgen moet ik naar de tandarts.
    A
    Feit
    B
    Mening

    Slide 20 - Quizvraag

    Informatieve tekst

    Slide 21 - Tekstslide

    informatieve tekst
    Een informatieve tekst :
    • titel
    • inleiding, kern en slot
    • witregels 
    • feiten
    • informatie
    • 5W1H-vragen

    Slide 22 - Tekstslide

    Informatieve teksten
    Een informatieve tekst geeft de lezer vooral feitelijke informatie.
    nieuwsbericht
    de krant, actueel
    uiteenzetting
    uitleg over een onderwerp
    interviewverslag
    verslag van een vraaggesprek
    handleiding
    Hoe moet je iets doen/ gebruiken?

    Slide 23 - Tekstslide

    Nieuwsbericht = informatieve tekst

    Slide 24 - Tekstslide

    Interviewverslag
    Een informatieve tekst die je vaak aantreft in een krant of tijdschrift, is het interviewverslag: een verslag van een vraag- en antwoordgesprek.

    De interviewer kan zijn verslag op twee manieren schrijven.
    • Een letterlijk interviewverslag: hij geeft de vragen en de antwoorden zo letterlijk mogelijk weer, maar kort voor de leesbaarheid passages in en laat onbelangrijke details weg.
    • Een samenvattend interviewverslag: hij laat de vragen weg, vat antwoorden gedeeltelijk in eigen woorden samen en wisselt ze af met letterlijke uitspraken van de geïnterviewde persoon.

    In de inleiding van een interviewverslag staat vaak informatie over de geïnterviewde. Je leest hier ook vaak wat de aanleiding voor het interview is.

    Slide 25 - Tekstslide

    Interviewverslag
    Een voorbeeld van een informatieve tekst is een interviewverslag. Deze bestaat in twee soorten:

    1. Letterlijk interviewverslag: voorbeeld Suzan en Freek

    Slide 26 - Tekstslide

    Letterlijke weergave:

    Interview met de Oekraïense Anastasija Pylypenko
    Voor de oorlog reisde u ook al als toerist. Nu bent u vluchteling. Wat is het verschil?
    Ik kijk nu met een andere blik naar de plaatsen waar ik kom. Ik vraag me af waar ik me het beste kan vestigen met het oog op de toekomst. Is er werk voor mij? Kan ik een betaalbare woning vinden?
    En wat is daar tot nu toe uitgekomen?
    Ik ben hier gekomen met een Oekraïense vriendin en we hebben samen een besluit genomen. We blijven waar het ons bevalt.
    Hoe bent u in Amsterdam beland?
    Ik ben constant onderweg geweest: nadat ik uit Kiev gevlucht was, ben ik in Sharm-el- Sheikh, Wenen, München en Frankfurt geweest voordat ik twintig dagen geleden in Amsterdam aankwam.
    En bevalt Amsterdam?
    Ja, hier zie ik wel een toekomst voor mezelf.
    Waarom?
    Amsterdam heeft een internationaal karakter. Veel mensen spreken er Engels. Daardoor zijn er voldoende kansen op werk. Ik hoop dat ik als psycholoog in het Engels aan de slag kan.
    Naar: Floris Akkerman, trouw.nl

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Link

    Interviewverslag
    Een voorbeeld van een informatieve tekst is een interviewverslag. Deze bestaat in twee soorten:

    2. Samenvattend interviewverslag: interview Lewis Hamilton

    Slide 29 - Tekstslide

    Samenvattende weergave:
    Interview met de Oekraïense Anastasija Pylypenko

    Anastasija Pylypenko (32) reist als vluchteling anders dan voorheen: ‘We blijven waar het ons bevalt’
    Reizen deed de Oekraïense Anastasija Pylypenko (32) al voor de oorlog, als toerist. Maar nu kijkt ze als vluchteling met een andere blik naar de plaatsen waar ze komt: ‘Ik vraag me af waar ik me het beste kan vestigen met het oog op de toekomst. Is er werk voor mij? Kan ik een betaalbare woning vinden?’ Met een Oekraïense vriendin, met wie ze optrekt, heeft ze besloten: ‘We blijven waar het ons bevalt.’
    Sinds de oorlog begon, is ze constant onderweg. Ze ontvluchtte Kiev en trok naar Sharm-el-Sheikh, Wenen, München en Frankfurt. Twintig dagen geleden kwam Pylypenko aan in Amsterdam. Hier ziet ze een toekomst voor zichzelf weggelegd vanwege het internationale karakter.
    Ze kan zich, vertelt ze in een café in de Amsterdamse wijk De Pijp, met haar Engels makkelijk redden. ‘Daardoor zijn er voldoende kansen op werk. Ik hoop dat ik als psycholoog in het Engels aan de slag kan.’
    Naar: Floris Akkerman, trouw.nl

    Slide 30 - Tekstslide

    Slide 31 - Link

    Werk voor deze les (als er nog tijd is) + huiswerk
      Pak je VIP en noteer:

      Hoofdstuk 2, lezen 2.3, opdracht 2, 4 (steropdracht), 5 en 6
      Verlengde instructie: 
      Hoofdstuk 2, lezen 2.3, opdracht 2, 3, 5 en 6
      Klaar = in STILTE lezen
      Wat niet af is = huiswerk

      timer
      10:00

      Slide 32 - Tekstslide

      Lesdoel
      Aan het einde van deze les 
      -  kun je benoemen wat een informatieve tekst is;
      - kun je verschillende soorten interviewverslagen herkennen;
      - heb je geoefend met informatieve teksten en interviewverslagen.

      Blauw = kennis = leren
      Oranje =  kunnen = oefenen 

      Slide 33 - Tekstslide

      Ik kan benoemen wat een informatieve tekst en kan verschillende soorten interviewverslagen herkennen.

      😒🙁😐🙂😃

      Slide 34 - Poll

      Reflectie:
      Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
      Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren?

      Slide 35 - Open vraag

      Feedback
      Wat vond je fijn/goed aan deze les?
      Wat zou je liever anders zien?

      Slide 36 - Open vraag