inleiding recht H1 paragraaf 1 t/m 3 check
Beschrijf waarom het recht constant verandert. Noem daarbij ook een voorbeeld hoe het recht is verandert ten opzichte van vroeger.
1 / 14
Onderdelen in deze les
Beschrijf waarom het recht constant verandert. Noem daarbij ook een voorbeeld hoe het recht is verandert ten opzichte van vroeger.
Slide 1 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik heb recht op mijn boek. Dat is recht...
A
als geheel van regels
B
als aanspraak
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je mag niet zonder in te checken meerijden met de trein. Is recht....
A
als geheel van regels
B
als aanspraak
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je moet na het eten de tafel afruimen. Dat is een...
A
Rechtsregel
B
gewone regel
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je mag tijdens het autorijden niet je telefoon in je handen hebben.
Dat is een...
Dat is een...
A
rechtsregel
B
gewone regel
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je mag geen spullen van een ander kapot maken.
Dat is een...
Dat is een...
A
rechtsregel
B
gewone regel
Slide 6 - Quizvraag
artikel 350 Strafrecht
Noem de 3 criteria die horen bij een rechtsregel.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In de film "the purge" wordt er besloten om 24 uur lang alle rechtsregels in te trekken. Wat gebeurt er in een samenleving waar geen rechtsregels zijn, noem er twee.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het recht is onder te verdelen in twee richtingen het .........recht en het ..........recht.
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het recht
Publiekrecht
privaatrecht
Strafrecht
Bestuursrecht
Staatsrecht
Vermogensrecht
Personen & Familierecht
rechtspersonenrecht
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat het staatsrecht over? Noem ook 1 belangrijke wet in het staatsrecht.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat het strafrecht over? En noem 1 belangrijke wet van het strafrecht.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaat het bestuursrecht over? Noem 1 belangrijke wet in het bestuursrecht.
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Casus:
Selena vertrekt deze vrijdagochtend naar school. Ze fietst onderweg over een zebrapad en wordt aangehouden. Ze krijgt een boete. Op school aangekomen wordt ze gebeld door de gemeente, haar paspoort is klaar en die kan ze vanmiddag ophalen. Selena wil haar paspoort graag hebben, want ze heeft hem nodig om morgen te gaan stemmen voor de tweede Kamerverkiezingen, ze is namelijk vorige week 18 geworden. Volgende week heeft ze ook een afspraak bij de Kamer van Koophandel. Selena wil haar eigen bedrijf inschrijven. Ze gaat namelijk een webwinkel beginnen.
In het bovenstaande verhaal staan allemaal gebeurtenissen die te maken hebben met het recht. Schrijf van elke gebeurtenis op bij wel rechtsgebied ze horen.
Selena vertrekt deze vrijdagochtend naar school. Ze fietst onderweg over een zebrapad en wordt aangehouden. Ze krijgt een boete. Op school aangekomen wordt ze gebeld door de gemeente, haar paspoort is klaar en die kan ze vanmiddag ophalen. Selena wil haar paspoort graag hebben, want ze heeft hem nodig om morgen te gaan stemmen voor de tweede Kamerverkiezingen, ze is namelijk vorige week 18 geworden. Volgende week heeft ze ook een afspraak bij de Kamer van Koophandel. Selena wil haar eigen bedrijf inschrijven. Ze gaat namelijk een webwinkel beginnen.
In het bovenstaande verhaal staan allemaal gebeurtenissen die te maken hebben met het recht. Schrijf van elke gebeurtenis op bij wel rechtsgebied ze horen.
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
