GS les 2 Soorten tijd & periodisering

Geschiedenis - les 2 
'Soorten tijd & periodisering'
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenis (pabo)HBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis - les 2 
'Soorten tijd & periodisering'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


GEBEUREN






BRONNEN

?BEELD?






HISTORICUS

Slide 2 - Tekstslide

herhalen / terugblik bijeenkomst 1:

- beeldvorming van verleden
- nut/doel van geschiedenisonderwijs

GEBEUREN




BRONNEN / 'BEELDVORMERS' + METHODE
+ LEERKRACHT

?BEELD?






LEERLING

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Terugkoppeling huiswerk -> uploaden van de mindmaps van tijdvak 2.

Begrijpt iedereen wat de verwachtingen van een mindmap zijn?

Mindmap is NIET hetzelfde als een woordspin. Gaat om onderlinge verbanden en relaties tussen begrippen. Met mindmap bewijs je dat je een tijdvak vanuit meerdere perspectieven kunt doorgronden.
Het schoolvak Geschiedenis gaat over tijd
Wat is tijd volgens jou?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw definitie van tijd?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer niemand het mij vraagt, weet ik het. Wanneer ik het iemand die het mij vraagt zou willen uitleggen, weet ik het niet.’ (kerkvader Augustinus, 354-430)  


Tijd is een ongrijpbaar begrip

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt aan het einde van deze bijeenkomst ….

  • verschillende soorten tijdsbeleving onderscheiden;
  • aangeven welke periodiseringen in het geschiedenisonderwijs worden gebruikt;
  • aangeven welke didactische principes aan de indeling in de tien tijdvakken ten grondslag liggen;
  • vlot een tijdbalk op schaal tekenen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningenschrift
  • centraal staat de vakdidactiek
  • didactiek = wetenschap van het geven van onderwijs

  • vakinhoud houd je via huiswerk bij -> 10 mindmaps maken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leren we tijd?
Ervaren / waarnemen
  • contact tussen verschillende generaties 
  • oude en nieuwe dingen: overblijfselen 
  • een omgeving die verandert  

Kunstgrepen om tijd te vatten
  •  cyclische tijd (bijv. kalender / klok)
  •  lineaire tijd (bijv. tijdlint / balk) 
  • rekenkundige tijd (bijv. tijdrekening in eeuwen) 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten tijd (tijdservaringen)
  1. Cyclische tijd (dagelijkse tijd / natuur) 
  2. Sociale tijd (generaties) 
  3. Mythische tijd (oude verhalen) 

  • Deze drie tijdservaringen liggen voor de hand / hebben mensen geen tot weinig moeite mee.
 
  • Maar historisch denken over tijd stelt veel meer eisen aan de mens / is erg complex! 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    4. Historische tijd  

  • verleden volstrekt anders dan heden (= vreemde wereld)
  • onvoorstelbaar lang / indeling in perioden
  • wat in de ene tijd hoort, hoort niet in de andere (anachronisme)
  • het feit dat iets bestaat zonder dat daar een dwingende of logische noodzaak voor is / de rol van het toeval (contingentie)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

kleine check of studenten soorten tijd hebben begrepen 
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe grip krijgen op verleden?
  • structuur aanbrengen in 'chaotisch' verleden

  • gebruik maken van periodiseringen: 'indelen van tijd', bijv. indeling in tien tijdvakken
  • kantelpunten/keerpunten aanwijzen in geschiedenis, bijv. Agrarische Revolutie
  • canon van Nederland -> 50 vensters op geschiedenis

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands perspectief tot -50 v. Chr.

Slide 22 - Tekstslide

Deze indeling is gemaakt in 1999
-  makkelijker onthouden: informatie in verschillende, duidelijke delen
- kracht van herhaling:  basisschool + eerste twee jaar van het VO + examen VO

Bespreek grens tussen eerste twee tijdvakken: 
-3000 Europees perspectief 
-50 Ned. perspectief
In het wit zie je een pot, gemaakt van gebakken klei. In zulke potten bewaarden de eerste boeren graan en andere producten. Op de achtergrond zie je dieren, geschilderd op de wand van een grot. Deze grotschilderingen zijn duizenden jaren geleden gemaakt door jagers. 
In het wit zie je een Griekse tempel. De Romeinen hebben deze bouwstijl (samen met vele andere Griekse gewoontes en gebruiken) overgenomen. Op de achtergrond zie je een tekst in het Latijn, de taal van de Romeinen.
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Een plek waar monniken hun leven volledig aan de bijbel en God wijden. Ridderschap, feodalisme en kerstening (verspreiding van het Christendom) horen bij dit tijdvak
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd
een hoge en prachtig versierde kerk (of kathedraal) gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
In het wit zie je een schip. Met zulke schepen voeren de ontdekkers van nieuwe werelddelen over de oceanen. Op de achtergrond zie je een tekening van een mens (Vitruviusman van Leonardo Da Vinci), die aangeeft dat er ook in de kunst en wetenschap een nieuwe tijd aanbrak. De Renaissance en de uitvinding van de boekdrukkunst zorgden voor veranderingen in het denken van de mens. Erasmus, Calvijn en Luther zijn voorbeelden van (kritische) mensen die streefden naar hervormingen in de kerk.
In het wit zie je een kroon. Dit hoort bij de machtige Europese koningen in die tijd. De Republiek had geen koning. Dat was in de zeventiende eeuw heel bijzonder. Op de achtergrond zie je Amsterdamse grachtenhuizen. Daarin woonden regenten. Alle regenten samen bestuurden de Republiek. 
In het wit zie je een guillotine staan. Met dit apparaat werden mensen onthoofd in de Franse Revolutie. Op de achtergrond doen mannen een natuurkundige proef (wetenschappelijk experiment). In de achttiende eeuw gingen mensen het belangrijk vinden om zelf onderzoek te doen. Ook dacht men na over het bestuur van een land: pruikdragende, machtsbeluste koningen en regenten moesten plaats maken voor ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ (=> grondrechten, grondwet, democratie). 
In het wit zie je een fabriek. De rook uit de schoorsteen komt van de stoommachines in de fabriek. De fabriek gaat over de industrie in dit tijdvak. Achter de fabriek zie je rijke burgers in een groot café in de stad. Zij kregen meer invloed op het bestuur van het land. Dit was een groot contrast met de arbeiders in de fabrieken, die vaak een armzalig en zwaar bestaan hadden.
In het wit zie je een tank. Dit wapen hoort bij de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). In de periode tussen de twee wereldoorlogen ging het heel slecht met de economie in de wereld. Vele mensen raakten toen werkloos. Op de foto achter de tank houden werkloze mensen een protestdemonstratie. 
Op de televisie zie je een raket. De raket hoort bij de Koude Oorlog en de dreiging van atoomwapens. Maar ook bij de technische vooruitgang in dit tijdvak: de ruimtevaart en de communicatie via satellieten. Ook de televisie is een nieuw communicatiemiddel, die de globalisering van de wereld in rap tempo doet toenemen. Op de achtergrond zie je een deel van een moederbord in een computer. Met de komst van de computer is veel veranderd in de samenleving.  

Slide 23 - Tekstslide

Betekenis iconen doornemen
J&B: pot boeren & grotschildering jagers
G&R: Griekse tempel & Latijnse tekst Romeinen
M&R: ridderhelm & klooster
S&S: stadspoort & gothische kerk
O&H: schip ontdekkingsreiziger & Vitruviusman Da Vinci
V&R: kroon & grachtengordel
P&R: Guillotine & natuurkundige proef/experiment
B&S: fabriek & Grand Café rijke burgers
W&H: tank & protestdemonstratie crisisjaren
T&C: raket op tv & moederbord computer
nieuwe tijd
nieuwste tijd
vroege ME
late ME
Periodiseringen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortom, verschillende periodiseringen

manieren om lineaire tijd (in tijdbalk) op te delen zijn bijv.: 

- indeling in de 10 tijdvakken
- de traditionele indeling
- indeling in samenlevingstypen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten bij de tijdvakken

  • niet om uit je hoofd te leren
  • wel per tijdvak handige 'samenvatting'

- 20 aspecten voor basisschool
- 49 aspecten voor VO


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat deugt er niet aan deze tijdbalk?
A
de tijdvakicoontjes
B
de jaartallen
C
de schaal
D
de traditionele periodisering

Slide 28 - Quizvraag

De schaal klopt niet => een tijdbalk is in de geschiedenisles een belangrijk didactisch hulpmiddel. Leerlingen moeten aan de lengte van de verschillende tijdvakken duidelijk kunnen aflezen hoe de tijdvakken zich qua duur tot elkaar verhouden. Wanneer alle tijdvakken op een tijdbalk even breed staan weergegeven, ontstaan misconcepten bij leerlingen. Leerlingen denken dan dat alle tijdvakken even lang duren. Zo moet op een tijdbalk bijvoorbeeld direct zichtbaar zijn dat de tijd van steden en staten (500 jaar) vijf keer langer duurt dan de tijd van ontdekkers en hervormers (100 jaar).
-50
500
1000
1500

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de tijdbalk van de vorige vraag begint de Tijd van Grieken en Romeinen -3000 voor Chr. Bij andere tijdbalken (in het basisonderwijs) is dat vaak -50 voor Chr.
Vanwaar dit verschil?

Slide 30 - Open vraag

Ongeveer -3000 voor Chr. kwam de Griekse beschaving op in het middellandse zeegebied. Gezien vanuit Europees perspectief moet dit dus de scheiding tussen de eerste twee tijdvakken zijn.
In -50 voor Chr. werden de Lage Landen (tot aan de Rijn!) door veroveringen van Julius Caesar onderdeel van het Romeinse Rijk. Toen eindigde de prehistorie in ons gebied en begon voor 'ons' de tijd van Grieken en Romeinen (de Oudheid). Op de basisschool kiezen we daarom vaak voor -50 voor Chr. als begrenzing tussen tijdvak 1 en 2.
Verklaar het witte icoontje
van dit tijdvak
A
kasteel
B
kerk
C
familiewapen
D
stadspoort

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar de achtergrond
van het icoontje van dit
tijdvak
A
rijke burgers in café
B
arbeiders in de fabriek
C
demonstratie
D
Tweede Kamer

Slide 32 - Quizvraag

In het wit zie je een fabriek. De rook uit de schoorsteen komt van de stoommachines in de fabriek. De fabriek gaat over de industrie in dit tijdvak. 

Achter de fabriek zie je rijke burgers in een groot café in de stad. Zij kregen meer invloed op het bestuur van het land. Dit was een groot contrast met de arbeiders in de fabrieken, die vaak een armzalig en zwaar bestaan hadden.
Canon van Nederland
  • canon =>  'richtlijn' of 'maatstaf' 
  • 50 belangrijke personen, voorwerpen en gebeurtenissen 
  • die we als samenleving belangrijk genoeg vinden om aan nieuwe generaties en nieuwe inwoners mee te geven. 
  • het verhaal van de historische en culturele ontwikkeling van Nederland 

  • tussen 2005 en 2007 op verzoek van de regering samengesteld
  • in de eerste plaats bedoeld voor het onderwijs
  • in 2019-2020 vernieuwd

Slide 34 - Tekstslide

Waarom Canon?
Bij veel (jonge!) Nederlanders gebrekkige kennis van geschiedenis van het eigen land en onze culturele identiteit;

- Verbanden tussen de dingen en het overzicht gemakkelijker zien;
- Als integratiemiddel: Canon als bindmiddel en brug tussen nieuwkomers en autochtone Nederlanders;
- Canon als collectief geheugen / als bagage waaruit iedereen kan putten.

Slide 35 - Link

Samen met studenten de website van de Canon verkennen. 

Rijke bron voor leerkracht!
Sleep de canonvensters naar het juiste tijdvak rechts van de tijdbalk

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke kantelmomenten
  • Agrarische Revolutie -> ±11.000 voor Chr.
  • Christendom verovert Europa -> ±600-700 na Chr.
  • Renaissance -> ±1400-1600
  • Reformatie -> ±1500-1600
  • Wetenschappelijke Revolutie -> ±1550-1650
  • Verlichting -> ±1650-1800

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdbalktest
  • plak 2 A4-tjes met plakband aan elkaar vast
  • teken in rap tempo een tijdbalk (±) op schaal volgens de indeling van de tien tijdvakken;
  • verwerk in je tijdbalk de volgende canonvensters: 1. Watersnood - 2. Trijntje - 3. Max Havelaar - 4. Jeroen Bosch - 5. Beeldenstorm - 6. Slavernij;  
  • je mag geen bronnen raadplegen;
  • je hebt slechts 10 minuten de tijd;
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide



In deze oefening gaan studenten enkele canonvensters in tijdbalk noteren. 
Maar tijdens de tijdbalktest vragen we ook kenmerkende aspecten en kantelmomenten in tijdbalk te plaatsen.
 =>

Slide 39 - Tekstslide

Samen controleren! Studenten kijken elkaars tijdbalk na. Evt. tijdbalk op whitebord tekenen.
ItsLearning als leeromgeving

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
VERWERKING bk2
  • verwerkingsopdrachten bijeenkomst 2

    Slide 41 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 42 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Kijkwijzer Geschiedenis: pag. 76 t/m 80

    Slide 43 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Huiswerk

      VOORBEREIDING bk3
      • bestuderen uit 'Basiskennis geschiedenis': blz 49 t/m 96  (tijdvak 3, 4 & 5)

      • mindmaps maken van tijdvakken 3 & 4 (inleveren via Its!)

      Slide 44 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 45 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Check out
      Wie heeft nog een vraag?
      Wat neem je mee uit deze bijeenkomst?

      Slide 46 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies