voorbereiding toetsweek 3 2025
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Présent: wat zijn de 6 uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er
Slide 3 - Open vraag
Présent: wat zijn de 6 uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -ir
Slide 4 - Open vraag
Présent: wat zijn de 6 uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -re
Slide 5 - Open vraag
Vous (finir)
Slide 6 - Open vraag
J' (attendre)
Slide 7 - Open vraag
Tu (parler)
Slide 8 - Open vraag
Geef de 6 vormen van être , incl. onderwerp
Slide 9 - Open vraag
Geef de 6 vormen van faire, incl onderwerp (je...)
Slide 10 - Open vraag
Geef de 6 vormen van aller, incl onderwerp (je..)
Slide 11 - Open vraag
Geef de 6 vormen van avoir, incl onderwerp (je...)
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Au passé composé:
tu (avoir)
tu (avoir)
Slide 14 - Open vraag
Au passé composé
elles (aller)
elles (aller)
Slide 15 - Open vraag
Au passé composé:
ils (attendre)
ils (attendre)
Slide 16 - Open vraag
Traduis:
de bestemming
de bestemming
A
le destination
B
un destination
C
une destination
D
la destination
Slide 17 - Quizvraag
Traduis:
uitstappen
uitstappen
A
attendre
B
descendre
C
partir
D
monter
Slide 18 - Quizvraag
la gare
Slide 19 - Woordweb
Welk woord hoort niet in het rijtje:
monter, descendre, le car, le train, le gâteau
monter, descendre, le car, le train, le gâteau
