Surinaamse Goudkoorts - Les 2: Kwikverontreiniging en duurzaamheidsdilemma's

Les 2: Kwik en duurzaamheidsdilemma's
Surinaamse goudkoorts
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2: Kwik en duurzaamheidsdilemma's
Surinaamse goudkoorts

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelstellingen
Aan het einde van deze les kun je...
  1. Begrijpen hoe kwikverontreiniging in Suriname plaatsvindt
  2. De complexiteit van de strijd tussen economische belangen en milieubehoud begrijpen.
  3. Mogelijke oplossingen voor kwikverontreiniging verkennen met aandacht voor economische belangen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over duurzame mijnbouw?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Kwikverontreiniging als bijeffect van goudwinning. Hoe zat het ook alweer?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Amalgameertechniek
  •  Goud: Klein materiaal tussen andere sedimenten
  • Voeg kwik toe en goud lost er in op: Amalgaam (versmelting metalen)
  • Verhit het almagaam en kwik lost op
  • De kwikdampen zijn giftig
  • De kwikdampen kan je opvangen
(vanaf 1:34)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzame mijnbouw ?
  •  Volledig duurzame mijnbouw is lastig.
  • Voor goud: Fairtrade Certified Gold
(https://www.fairtrade.org.uk/buying-fairtrade/gold/)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fairtrade Certified Gold
  • Eerlijke lonen en arbeidsomstandigheden: Mijnwerkers moeten fatsoenlijke lonen ontvangen en werken onder veilige omstandigheden.
  • Milieubescherming: Goudwinning moet plaatsvinden met respect voor het milieu. Dit omvat het minimaliseren van de impact op ecosystemen, waterbronnen en biodiversiteit.
  • Gemeenschapsontwikkeling: Mijnbouwbedrijven moeten bijdragen aan de ontwikkeling van de lokale gemeenschappen waarin ze actief zijn, door bijvoorbeeld te investeren in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur.
(https://www.fairtrade.org.uk/buying-fairtrade/gold/)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangenstrijd
  • Verschillende partijen met verschillende belangen:
  1. Grootschalige mijnbouwbedrijven
  2. Lokale gemeenschap
  3. Overheid van Suriname
  4. Milieuorganisaties
  5. Kleinschalige lokale goudwinners

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groepsactiviteit: Onderzoek
  1. Je krijgt een van de vijf belangengroepen toegewezen.
  2. In je groepje ga je je inleven in je belangengroep, die je gaat vertegenwoordigen op de conferentie van de Verenigde Naties.
  3. Bereid een openingsspeech van twee minuten voor voor, waarin je activistisch je standpunten en belangen duidelijk maakt.

De openingsspeech geef je aan het begin van de volgende les
aan de rest van de klas
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangengroepen
  1. Grootschalige mijnbouwbedrijven
  2. Lokale gemeenschap
  3. Overheid van Suriname
  4. Milieuorganisaties
  5. Kleinschalige lokale goudwinners

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld openingsspeech

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever hier een kopie van jullie openingsspeech in.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.