Biologie mh1 thema Stevigheid & Beweging 4.2 De bouw van de botten
4.2 De bouw van botten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.2 De bouw van botten
Slide 1 - Tekstslide
Kraakbeen
Slide 2 - Tekstslide
Kraakbeen
Tekenen op vergroting 100x
Benoemen:
- Tussencelstof: lijmstof
- Kraakbeencel
Slide 3 - Tekstslide
2 soorten botweefsel
beenweefsel (bot)
kraakbeenweefsel (kraakbeen)
Slide 4 - Tekstslide
De bouw van de botten
In het skelet komt botweefsel en kraakbeenweefsel voor.
Tussen de cellen zit tussencelstof.
Kraakbeenweefsel: de cellen liggen in groepjes bij elkaar in elastische tussencelstof.
Slide 5 - Tekstslide
Kraakbeenweefsel
(buigbaar)
Beenweefsel
niet buigbaar
Slide 6 - Tekstslide
De bouw van botten
Botten bestaan uit kalkzouten en lijmstoffen (collageen)
Kalkzouten geven stevigheid/hardheid
Lijmstof zorgt voor de buigbaarheid
Hierdoor zijn botten stevig maar
breken ze niet snel.
Slide 7 - Tekstslide
Bot/Beenweefsel
In botweefsel liggen de cellen in kringen om kanaaltjes die bloedvaatjes bevatten.
De botcellen zijn aan elkaar verbonden met uitlopers.
De tussencelstof van bot bestaat uit kalk en lijmstof.
Daardoor is botweefsel hard en niet buigzaam.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Ouder worden
Steeds minder kraakbeen.
Meer kalk.
Botten worden steviger en harder.
Botten zijn minder buigzaam en breken daarom sneller als je ouder wordt.
Slide 10 - Tekstslide
Baby is soepel door veel lijmstof in de botten.
Bejaarde breekt snel wat doordat lijmstof minder wordt.
Slide 11 - Tekstslide
Fontanellen: de ruimten tussen de schedelbeenderen
De schedelbeenderen van een baby zitten nog niet aan elkaar vast.
Tussen de botten van de schedel bevinden zich ruimten met zacht bindweefsel.
Dit maakt dat het hoofd bij de geboorte makkelijker door het geboortekanaal kan.
Na ongeveer anderhalf jaar zijn de fontanellen dicht gegroeid.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Hieronder staan 2 uitspraken;
1) Ik heb een weefsel waarbij de tussencelstof vooral bestaat uit lijmstof.
2) De cellen liggen rondom kleine kanaaltjes.
Wat is het beste antwoord?
A
1 gaat over kraakbeen en 2 over botweefsel
B
1 en 2 gaan beide over botweefsel
C
1 gaat over botweefsel en 2 gaat over kraakbeen
D
1 en 2 gaan beide over kraakbeen
Slide 14 - Quizvraag
Een baby kan makkelijk een teen in zijn/haar mond steken.
Hoe komt dat? Een baby heeft veel ..... en ........
A
Kalkstof en kraakbeen
B
Kalkstof en botweefsel
C
Lijmstof en botweefsel
D
Lijmstof en kraakbeen
Slide 15 - Quizvraag
welk type weefsel bevat het meeste collageen (lijmstof)?
A
kraakbeen weefsel
B
botweefsel
C
tussencelvloeistof
Slide 16 - Quizvraag
Op röntgenfoto's van beenderen zien de kalkhoudende delen er witter uit naarmate ze meer kalkzouten bevatten. In de afbeelding zie je twee röntgenfoto's van een hand. De foto's hebben niet dezelfde vergroting.
Van welk type weefsel is in foto 1 te zien?
A
lijmstof
B
kraakbeen
C
botweefsel
D
bindweefsel
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heten de ruimtes tussen de schedelbeenderen bij babys?
A
Naden
B
Fontanellen
C
Gaten
D
Lege ruimtes
Slide 18 - Quizvraag
Het weefsel in de afbeelding is:
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel
Slide 19 - Quizvraag
Je oorschelp is buigzaam maar toch stevig. Wat voor soort weefsel is dit hoofdzakelijk?
A
Botweefsel
B
Zenuwweefsel
C
Spierweefsel
D
Kraakbeenweefsel
Slide 20 - Quizvraag
Uit welk weefsel bestaat het skelet van een baby voornamelijk?
A
kraakbeenweefsel
B
botweefsel
Slide 21 - Quizvraag
Dit is een afbeelding van...
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Spierweefsel
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet het weefsel op de afbeelding en is het vooral buigzaam of hard?