Wie zijn theorie gebruiken we om de indeling van de ontwikkelingsfases te maken?
A
Erik Erikson
B
Jean Piaget
C
Mary Ainsworth
D
John Bowlby
Slide 11 - Quizvraag
Fysieke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Socio-emotionele ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Geheugen
Lichamelijke groei + rijping
Sensoriek
Denken
Emotionele ontwikkeling
Identiteitsontwikkeling
Taal
Grove motoriek
Waarneming
Morele ontwikkeling
Seksuele ontwikkeling
Ontwikkeling van de wil
Fijne motoriek
Slide 12 - Sleepvraag
Welk ontwikkelingsgebied herken je hier? Weten dat je moet stoppen bij een rood licht.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3
Slide 13 - Quizvraag
Welk ontwikkelingsgebied herken je hier? De geur van frietjes herkennen
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3
Slide 14 - Quizvraag
Welk ontwikkelingsgebied herken je hier? Vruchtbaar worden.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3
Slide 15 - Quizvraag
Welk ontwikkelingsgebied herken je hier? Alleen naar school kunnen fietsen.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3
Slide 16 - Quizvraag
Welk ontwikkelingsgebied herken je hier? Weten dat je niet mag stelen.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3
Slide 17 - Quizvraag
Welke opvoedingsstijl wordt hier omschreven? De ouders hebben veel controle, maar hebben ook oor naar de behoeften van het kind. Er is plaats voor dialoog en veel warmte.
A
Onverschillige opvoeding
B
Toegeeflijke opvoeding
C
Autoritaire opvoeding
D
Democratische opvoeding
Slide 18 - Quizvraag
Van welke psycholoog gebruiken we zijn theorie van de denkontwikkeling?
A
Erik Erikson
B
Jean Piaget
C
Mary Ainsworth
D
John Bowlby
Slide 19 - Quizvraag
Welke uitspraak klopt? Wat zou Piaget gezegd hebben?
A
De mens ontwikkelt herinneringen van hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Soms zijn deze fout, dat is assimileren.
B
De mens leert schema's en traint zijn geheugen. Wanneer hij zijn schema's correct kan toepassen noemen we dit assimilatie en accommodatie.
C
Geen van de drie uitspraken kloppen.
D
De mens ontwikkelt schema's, van hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Soms zijn deze fout, dat is adaptatie.
Slide 20 - Quizvraag
Volgens Piaget doorloopt de mens verschillende fases van het denken. Wat is de juiste volgorde?
Wie is de grondlegger van de identiteitsontwikkeling?
A
Erik Erikson
B
Jean Piaget
C
Mary Ainsworth
D
John Bowlby
Slide 22 - Quizvraag
Welke uitspraak klopt? Wat zou Erikson gezegd hebben?
A
De mens zit vol tegenstrijdigheden en doorgaat in elke fase een conflict / crisis. Hij kiest hoe hij door dit conflict gaat en ontwikkelt zo een vaardigheid.
B
Elk conflict / crisis bestaat uit een positieve pool of een negatieve pool. Afhankelijk van de persoon zelf, wat hij nodig heeft, bereikt hij een bepaalde pool.
C
Eens je een negatieve pool hebt aangeleerd, bvb. zelfstandigheid als peuter, is het onmogelijk om later nog schaamte en twijfel te ontwikkelen.
D
Geen van de drie uitspraken kloppen.
Slide 23 - Quizvraag
Heb je de fundering van ontwikkelingspsychologie onder de knie?