In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
SEXI-argumenteren
nader uitgewerkt
Slide 1 - Tekstslide
SEXI
State
EXplain
Illustrate
Slide 2 - Tekstslide
State (noem)
Bij ‘State’ geef je met zo min mogelijk woorden aan dat de kern van je argument is.
Slide 3 - Tekstslide
EXplain (leg uit)
Daarna ga je bij ‘EXplain’ stapsgewijs uitleggen wat je daarmee bedoelt.
Slide 4 - Tekstslide
Illustrate
(voorbeeld)
Tot slot geef je een voorbeeld waardoor het argument echt gaat leven.
Je maakt je argument tastbaar.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
State (noem)
Wat Rutte als eerste doet, zijn statement, is kort zeggen dat de onderhandeling pas af is, als die helemaal af is.
Zodra hij dat gezegd heeft, weten de luisteraars waar hij naartoe wil met zijn verhaal.
Slide 7 - Tekstslide
EXplain (leg uit)
De uitleg van Mark Rutte is het volgende: pas na de onderhandelingen kun je opmaken wat alle plussen en minnen zijn voor de partijen, om zo de balans op te maken.
Slide 8 - Tekstslide
Illustrate (geef voorbeeld)
Tot slot het voorbeeld waarmee hij eindigt:
Van Thijn die elke dag, aan het eind van de dag, een rapportage gaf van de onderhandelingen, met als gevolg dat het kabinet er uiteindelijk nooit is gekomen.
Slide 9 - Tekstslide
Stelling
Tijdens de formatie is mediastilte noodzakelijk.
Slide 10 - Tekstslide
State (noem)
Want anders kunnen de onderhandelingen over de formatie niet slagen.
Slide 11 - Tekstslide
EXplain (leg uit)
Pas aan het eind is er het overzicht van de plussen en minnen voor iedereen.
Als je iedereen telkens de tussenstand doorgeeft, ontstaat er veel onrust. Door deze onrust kan de onderhandeling niet slagen.
Slide 12 - Tekstslide
Illustrate (geef voorbeeld)
Er waren moeizame onderhandelingen over de formatie van kabinet Den Uil 2, waardoor dit kabinet er nooit is gekomen.
Slide 13 - Tekstslide
1. State
Begin: geef een samenvatting van het argument. Max. zeven woorden -> eenvoudiger om de kern argument te onthouden.
Voorbeeld:
Directie overtuigen om minder plastic te gebruiken in jullie bedrijf. De ‘state’ van jouw argument:
“Minder plastic is goed voor het milieu”.
Slide 14 - Tekstslide
2. EXplain
Leg uit: “Waarom is dat waar?” en “Waarom is dat belangrijk?”
Wees je bewust van de vloek van kennis: hoe meer je over een onderwerp weet, hoe minder je geneigd zal zijn die tweede vraag te beantwoorden.
Slide 15 - Tekstslide
2. EXplain
Voorbeeld:
Waarom is minder plastic gebruiken goed voor het milieu? En waarom is het zo belangrijk dat deze organisatie iets doet voor het milieu?
De uitleg is dan: “Jaarlijks komt meer dan 8 miljoen ton plastic in de oceaan terecht. Onze organisatie zet zich in voor een betere wereld, dat begint bij onszelf”.
Slide 16 - Tekstslide
3. Illustrate
Toelichten (voorbeeld, feiten, statistieken, redeneringen, analogieën of theorieën).
State/EXplain/Illustrate? Je argument is af.
Voorbeeld: “Door minder plastic te gebruiken in het bedrijf besparen we jaarlijks meer dan een ton plastic. Dat is dan 1000 kilo die niet in de natuur terecht kan komen”.
Slide 17 - Tekstslide
Analogie
ana-logos = overeenkomstig (een woord of gedachte).
Stuur staat tot fiets als roer staat tot boot.
Stuur staat tot roer als fiets staat tot boot.
Kortom: een relatie tussen woorden.
Slide 18 - Tekstslide
De toehoorders overtuigen
Toehoorders -> te verdelen in 3 groepen:
De groep die bij het horen van jouw stelling en argument (state) het al met je eens is.
De groep die nog een beetje twijfelt maar na SEXI-argumentatie overtuigd raakt.
De groep die in eerste instantie het tegendeel beweert.
Slide 19 - Tekstslide
3. Groep die in eerste instantie tegendeel beweert
Lastigste groep.
Beter: SEXI-argumentatiemodel in de andere volgorde.
Verhaal en argumentatie verloopt vloeiender en natuurlijker. Dus:
eerst helder voorbeeld -> situatie inzichtelijker/invoelbaar