Les 4 - §4.4

H4 Elektriciteit
§4.1 Stroomkringen
§4.2 Elektrische energie
§4.3 Elektrische energie opwekken
§4.4 Elektrische energie vervoeren
§4.5 Elektrische energie gebruiken

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Elektriciteit
§4.1 Stroomkringen
§4.2 Elektrische energie
§4.3 Elektrische energie opwekken
§4.4 Elektrische energie vervoeren
§4.5 Elektrische energie gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe met een generator elektrische energie wordt opgewekt.
  • Je kunt uitleggen hoe een transformator werkt
  • Je kunt aan de hand van de verhouding van het aantal windingen de spanningsverhoging of spanningsverlaging in een transformator berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
  • Probeer op zijn minst de volgende opdrachten goed te maken: 37, 38, 39
  • Vind je het onderwerp lastig, maak dan meer opdrachten.
  • Kijk deze opdrachten na.
  • Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Netspanning
In Nederland is de netspanning 230 V , de spanning die op stopcontacten staat.
Wat als een apparaat werkt op een veel lagere spanning?
  • Transformator nodig --> zet netspanning om in een lagere spanning.
  • Transformator kan spanning ook van een lage spanning naar een hogere spanning omzetten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 000 Volt
380 000 Volt
10 000 Volt
230 Volt

Slide 6 - Tekstslide

in centrale wordt veel meer spanning opgewekt dan  een huis nodig heeft . hiervoor wordt gebruik gemaakt van transformatoren

Een transformator zet een hoge spanning op naar een lage spanning of omgekeerd



De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ideale transformator
Bij een ideale transformator is er geen vermogensverlies en geldt dat het vermogen aan de primaire kant gelijk is aan het vermogen van de secundaire kant.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende trafo's
1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bereken Ns van de transformator.
timer
5:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een ideale
transformator?
Waarom?
Is dit een ideale transformator?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten magneten
  • Permanente magneet 
  • Elektromagneet ( spoel & weekijzer )

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Permanente magneten
Permanente magneet = Is altijd magnetisch

  1. Staafmagneet
  2. Hoefijzermagneet
  3. Naaldmagneet

Worden gebruikt in:
Dynamo's, kompassen, luidsprekers, harde schijven, 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een magneet?
Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Cobalt

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromagneet
Veel koperdraden opgerold = Spoel

Stroom door een spoel -> Elektromagneet
Wordt sterker door:
  • Meer windingen
  • Grotere stroom
  • IJzeren kern

Elektromagneet kun je zelf aan/uit zetten.
Als je de stoomrichting omdraait, wisselen ook de noordpool en zuidpool om. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Werking dynamo / generator
1. Je fietst.
2. Het wieltje van de dynamo gaat draaien.
3. De magneet gaat draaien.
4. In de spoel gaat een stroom lopen.
5. De lamp gaat branden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking dynamo / generator
  • In een dynamo of generator ontstaat wisselspanning doordat of de spoel of de magneet draait. 
  • Hierdoor wordt het ijzer in de kern gemagnetiseerd met steeds wisselende polen.
  •  Er is dus ook een steeds wisselend magneetveld met een (wisselende) inductiespanning. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een elektromotor?
Buitenkant = Permanente magneten zitten vast.
Binnenkant = Elektromagneet kan ronddraaien.

Op het juiste moment wordt de stroom omgedraaid, 
zodat de binnenkant blijft draaien.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromotor
Een elektromotor werkt dmv een permanente magneet  en een draaibare spoel. 

Hij zet elektrische energie om in bewegingsenergie. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accu
In de accu zit chemische energie. Dit kan omgezet worden tot elektrische energie.

In een accu zit 12 volt spanning

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke twee onderdelen bestaat een dynamo?
A
spoel en magneet
B
magneet en batterij
C
batterij en kern
D
spoel en batterij

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef van alle vier de spanningsbronnen aan of het wisselspanning of gelijkspannig levert
Wissel
spanning
Gelijk
spanning
Batterij
Dynamo
Generator
Accu

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een draaiende dynamo levert:
A
geen spanning
B
wisselspanning
C
gelijkspanning
D
fluxspanning

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een dynamo zit een
A
spoel en een magneet
B
spoel
C
magneet
D
koperdraadje

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check
  • Je kunt de opwekking en opslag van energie in een auto beschrijven.
  • Je kunt de onderdelen van een dynamo benoemen.
  • Je begrijpt de werking van een dynamo

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? Feedback?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies