In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
ELEKTRICITEIT
HS 1
§1
Slide 1 - Tekstslide
De lamp boven je bureau geeft licht. Dit kan alleen als de lamp is aangesloten een stopcontact. Er staat dan een spanning van 230 V de aansluitpunten van de lamp. De lamp staat spanning. Er loopt een elektrische stroom de lamp.
timer
1:00
door
onder
op
over
Slide 2 - Sleepvraag
Elementaire magneetjes
Magneten zijn opgebouwd uit elementaire magneetjes.
Magnetische influentie: Er voor zorgen dat elementaire magneetjes allemaal naar dezelfde richting gaan staan.
Slide 3 - Tekstslide
Magnetisme, inclinatie
Slide 4 - Tekstslide
Dynamo
Naast batterijen en accu’s worden ook dynamo’s veel gebruikt als spanningsbron. De belangrijkste onderdelen van een dynamo zijn een magneet en een spoel van koperdraad. Een spoel is een draad die een aantal keren ergens omheen is gedraaid
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een dynamo?
Spoel van koperdraad
Magneet (permanent)
Wiel(tje) en een as
Slide 6 - Tekstslide
Vandaag leer je
Hoe energie wordt opgewekt in een centrale
Wat gelijkspanning en wisselspanning zijn
Waarom hoog- en laagspanning bestaat
Hoe een transformator werkt
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Hoogspanning:
380 kiloVolt
(reden: weinig energieverlies)
Netspanning:
230 Volt
Spanning veranderen kan alleen met wisselspanning
Slide 11 - Tekstslide
Wat doet een transformator?
De spanning wordt omhoog of omlaag gebracht door een transformator.
normale spanning == > hoogspanning.
(20 000 V wordt 380 000 V of andersom)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
10 000 Volt
380 000 Volt
10 000 Volt
230 Volt
Slide 14 - Tekstslide
Wisselspanning lichtnet
f = 50 Hz
Gelijkspanning batterij
Effectieve spanning
Wisselspanning is sinusvormig rond de 0 V. Dat wil zeggen dat de spanning tijdens één periode zowel positief is (boven de x-as) als negatief ( beneden de x-as). Zowel tijdens het positieve als het negatieve stuk is de gloeilamp even “aan” want het maakt voor de lamp niet uit welke richting de stroom oploopt. Omdat de lamp tijdens één periode twéé keer aangaat is de knipperfrequentie van de lamp ook 2 keer zo groot als de frequentie van de spanning en dus 100 Hz ipv 50 Hz.
Slide 15 - Tekstslide
Magnetisme
Slide 16 - Tekstslide
magnetisch gekoppeld
primaire spoel
secundaire spoel
Slide 17 - Tekstslide
Ideale transformator
Slide 18 - Tekstslide
transformator
Hoeveel de spanning wordt getransformeerd, hangt af van het aantal windingen:
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe verschillende soorten energiecentrales werken
Je kunt uitleggen hoe met een generator elektrische energie wordt opgewekt.
Je snapt waarom een transformator moet worden gebruikt bij het vervoer van elektrische energie