Keuzedeel week 3

Start
- Je kijkt de opdrachten na t/m p.39
- Je vraagt naar persoonlijke 
   gegevens
- Je vult een formulier in op basis van 
    een gesprek of luisterfragment
- Je leert de werkwoorden kunnen en willen  
- Je herhaalt de stof tot nu toe



1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Start
- Je kijkt de opdrachten na t/m p.39
- Je vraagt naar persoonlijke 
   gegevens
- Je vult een formulier in op basis van 
    een gesprek of luisterfragment
- Je leert de werkwoorden kunnen en willen  
- Je herhaalt de stof tot nu toe



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu wij!
¡Ahora nosotros!

Kun je al Spaans?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. ¿Cómo te llamas?
  2. ¿Dónde vives?
  3. ¿De dónde eres?
  4. ¿En qué trabajas?                      
  5. ¿Qué estudias?
  6. ¿Cuáles lenguas hablas?                    
  7.  ¿Cómo es tu familia?                         
  1. Soy Yvonne.
  2. Vivo en La Haya.
  3. Soy de Limburg.
  4. Trabajo como profesora en ROC Mondriaan.
  5. Estudio español.
  6. Hablo holandés, español, inglés, francés y alemán.
  7. Vivo con mi esposo y mi hijo.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stof week 3
Luisteropdrachten 3.02 op pag 40 en 3.05 op pag 42
Spreekopdracht 3.03 op pag 41
Overige opdrachten: 3.06-3.07 (pag 43-46) 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteropdracht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteropdracht

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekopdracht 3.03

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteropdracht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteropdracht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trabalenguas
Chiqui era una chica chiquitita, chiquitita era la chaqueta de Chiqui, la chica chiquitita. 

Cerezas comí,cerezas cené. Tantas cerezas comí, que me encerecé.

Pablito clavo un clavito ¿qué clavito clavo Pablito?




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poder = kunnen
ik kan
puedo
jij kunt
puedes
hij/zij/u kunt
puede
wij kunnen
podemos
jullie kunnen
podéis
zij kunnen / u kunt
pueden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Querer = willen
Yo
quiero
quieres
Él/ella/usted
quiere
Nosotros
queremos
Vosotros
queréis
Ellos/ellas/ustedes
quieren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord:
1. Yo (querer)
2. Ella (poder)
3. Nosotros (querer)
4. Vosotros (poder)
5. Tamara y Juan (querer)
6. Tú (poder) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LAS RESPUESTAS:
1. Yo (querer) QUIERO
2. Ella (poder) PUEDE
3. Nosotros (querer) QUEREMOS
4. Vosotros (poder) PODÉIS
5. Tamara y Juan (querer) QUIEREN
6. Tú (poder) PUEDES

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbos -AR-ER -IR
1
2
3
4
5
6

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling werkwoorden
Vertaal: 
1. Ik ben X.                                 - 
2. Waar werk jij?                     - ¿Dónde (TRABAJAR)?
3. Wij studeren                       - (ESTUDIAR)
4. Waar reist u heen?           - ¿Adónde (VIAJAR)?
5. Het bevindt zich hier.     - (ESTAR) aquí.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling week 1 en 2
Wat?
Maak opdracht CDE 1.02-1.03, 1.05, 1.07-1.09 en 2.01-2.08 op pag. 139-147
Hoe?
Zelfstandig
Tijd?
de rest van de les
Hulp?
Boek
Eerder klaar?
Neem dan even pauze

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Wat?
2.08 op pag. 147: bereid een korte presentatie voor over je woonplaats
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen
Tijd?
tot maandag 19 september
Hulp?
Boek
Eerder klaar?
Neem dan even pauze

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
- Hoe gaat het tot nu toe?
- Wat gaat er goed?
- Waar loop je tegen aan?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor de klemtoon
1. staat er een accent ' op  > dan ligt daar altijd de klemtoon
    (Aviaciónlaga)
2. eindigt een woord op 
     a. een klinker (a, e, i, o, u) of -s of -n   
          > klemtoon op de één na laatste lettergreep
         (chico, Mallorca, casas, imagen)
    b. alle andere letters
          > klemtoon op de laatste lettergreep
          (trabajar, ciudad, hotel)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                  ser      estar      hay
yo                                  soy                    estoy                     hay
tú                                  eres                  estás  
él / ella  / usted       es                      está

nosotros                   somos             estamos
vosotros                    sois                  estáis 
ellos / ustedes       son                   están

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn
1. Staat er "er is" of "er zijn"                                                    > HAY
2. Kun je "zijn" vervangen door "zich bevinden"?        > ESTAR
3. In alle andere gevallen                                                        > SER

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Staat (bijna) altijd ná het zelfstandig naamwoord
Past zich aan in geslacht (mannelijk / vrouwelijk)
Past zich aan in getal (enkelvoud / meervoud)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Woorden die eindigen op -o




El chico guapo       Los chicos guapos
La chica guapa      Las chicas guapas
m
v
ev
-o
-a
mv
-os
-as

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Het lidwoord:

                  de/het                                                              een / -

m
v
ev
el
la
mv
los
las
m
v
ev
un
una
mv
unos
unas

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Woorden die eindigen op -e of -a





El chico inteligente       Los chicos inteligentes
La chica inteligente      Las chicas inteligentes
NB : Los pantalones naranja / Las flores violeta
m
v
ev
-
-
mv
-s
-s

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Woorden die eindigen op een medeklinker




El hermano menor      Los hermanos menores
La hermana menor     Las hermanas menores

m
v
ev
-
-
mv
-es
-es

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
Overige:
woorden op -or
trabajador - trabajadora

El chico trabajador       Los chicos trabajadores
La chica trabajadora    Las chicas trabajadoras

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans

Slide 31 - Video

Nogmaals de uitleg over de lidwoorden en het meervoud in het Spaans

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies