Maakeen cirkelen schrijf in het midden het onderwerp.
Schrijf het schrijfdoel op. Met welk doel schrijf je de tekst? Informeren, activeren, overtuigen of een mening geven?
Om het onderwerp de deelonderwerpen
Maak gebruik van kleuren, lijnenen eventueel tekeningen, zodat het een duidelijk geheel wordt. Ook schrijf jealleen steekwoordenop, dus nog geen hele zinnen.
Slide 16 - Tekstslide
Kwaliteitenspel
Ga in een groepje van 4 zitten.
Kies 1 kwaliteit/eigenschap uit.
Vertel waarom deze kwaliteit bij jouw past. Beargumenteer.
Slide 17 - Tekstslide
Schematisch schrijfplan
Schrijf het onderwerpop. Waar gaat de tekst over?
Schrijf het tekstdoel op. Met welk doel schrijf je de tekst? Informeren, activeren, overtuigen of een mening geven?
Schrijf op wat je in de inleidingwilt schrijven.
Schrijf op wat je in het middenstukwilt schrijven.
Schrijf op wat je in het slot wilt schrijven.
Je schrijft alleen steekwoorden op, dus nog geen hele zinnen.
Slide 18 - Tekstslide
Schrijfplan maken
Schematisch schrijfplan(structuur) of een mindmap(creatief)
Kies een manier die goed bij jou past. Het is wel handig om beide manieren een keer uit te proberen.
Slide 19 - Tekstslide
Voorbereiden + uitvoeren + controleren
Prewrite, maak eenschrijfplan/bouwplan.
Driedelige opbouw (inleiding-middenstuk-slot)
Structuur, binnen de opbouw bedenken welke informatie in welk deel van de tekst komt . (argumentatie, voor- en nadelen, 5xW+H-methode)
Eerst de inhoud (WAT schrijf je op) en daarna pas formuleren (HOE schrijf je dat op).
Daarna controleer jij je tekst op spelling en grammatica en vormgeving.