Maakeen cirkelen schrijf in het midden het onderwerp.
Schrijf het schrijfdoel op. Met welk doel schrijf je de tekst? Informeren, activeren, overtuigen of een mening geven?
Om het onderwerp de deelonderwerpen
Maak gebruik van kleuren, lijnenen eventueel tekeningen, zodat het een duidelijk geheel wordt. Ook schrijf jealleen steekwoordenop, dus nog geen hele zinnen.
Slide 9 - Tekstslide
Layout
Mooi en netjes (uiterlijk), zodat het prettig leest en het uiterlijk past bij de inhoud.
Titel
Lettertype
Lettergrote
Witregels
Aanhef en afsluiting
Afbeeldingen passen bij de tekst en staan goed.
Slide 10 - Tekstslide
Maak een woordspin in groepjes
Gebruik onderstaande vragen
Hoe kan ik mijn Nederlands buiten school oefenen?
Wat doe ik op dit moment al?
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht Praktijkboek B1
Maak deel 1 blz. 5 t/m 7
Bespreek hierna in groepjes de vragen met elkaar.
Leg ook uit waarom je iets vindt. Benoem argumenten.
Slide 12 - Tekstslide
Taalkaart 2 Wie ben jij voor anderen?
Blz. 12
Eigenschap = iets wat voor jouw uniek is. Een karaktereigenschap.
Synoniem van eigenschap= kenmerk
Kwaliteit = iets waar je goed in bent.
Slide 13 - Tekstslide
Welke eigenschappen ken jij?
Slide 14 - Woordweb
Kwaliteitenspel
Ga in een groepje van 4 zitten.
Kies 1 kwaliteit/eigenschap uit.
Vertel waarom deze kwaliteit bij jouw past. Beargumenteer.
Slide 15 - Tekstslide
Taalkaart 2 Wie ben jij voor anderen?
blz. 12
Schrijf 5 eigenschappen van jezelf op.
Spreek deze week met een Nederlandstalig familielid, vriend of collega.
Maak taalkaart 2 voor volgende week vrijdag 24/3
Slide 16 - Tekstslide
Schematisch schrijfplan
Schrijf het onderwerpop. Waar gaat de tekst over?
Schrijf het tekstdoel op. Met welk doel schrijf je de tekst? Informeren, activeren, overtuigen of een mening geven?
Schrijf op wat je in de inleidingwilt schrijven.
Schrijf op wat je in het middenstukwilt schrijven.
Schrijf op wat je in het slot wilt schrijven.
Je schrijft alleen steekwoorden op, dus nog geen hele zinnen.
Slide 17 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 18 - Open vraag
Schrijfplan maken
Schematisch schrijfplan(structuur) of een mindmap(creatief)
Kies een manier die goed bij jou past. Het is wel handig om beide manieren een keer uit te proberen.
Slide 19 - Tekstslide
Voorbereiden + uitvoeren + controleren
Prewrite, maak eenschrijfplan/bouwplan.
Driedelige opbouw (inleiding-middenstuk-slot)
Structuur, binnen de opbouw bedenken welke informatie in welk deel van de tekst komt . (argumentatie, voor- en nadelen, 5xW+H-methode)
Eerst de inhoud (WAT schrijf je op) en daarna pas formuleren (HOE schrijf je dat op).
Daarna controleer jij je tekst op spelling en grammatica en vormgeving.