OSRACT Periode 1 Les 5 sociale en recreatieve activiteiten

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

OSRACT

Ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten

Les 2

OSRACT

Jullie krijgen OSRACT alleen tijdens periode 1.

Ondersteunen bij sociale en recreatieve activiteiten. (Examenonderdeel C)

Werkprocessen:

• P2-K1-W3 Assisteert bij uitvoering van sociale en recreatieve activiteiten;
  
• B1-K1-W2 Maakt ruimtes gebruiksklaar;
  
• B1-K1-W9 Evalueert de werkzaamheden.

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de verschillende doelgroepen benoemen.
• Je kent de kenmerken van een individuele- en een groeps- activiteit. 
• Je weet wat het verschil is tussen een activiteitenprogramma en een activiteitenformulier.
• Je kent de verschillende soorten plannen.

Wat gaan we doen?

1. Herhaling
2. Theorie
3. Zelfstandig aan de slag 

Herhaling: Soorten activiteiten

• Kunnen jullie voorbeelden noemen?
  
• Is het combineren van soorten activiteiten mogelijk?

Doelen van activiteiten

VOORBEELDEN:

• Gedragsverandering.
• De zelfzorg/zelfredzaamheid bevorderen.
• Sociale contacten bevorderen.
• Het geheugen trainen.
• Motoriek trainen.

Alleen of samen?

Individuele activiteiten:

Individuele activiteiten doe je samen met één cliënt. Bijvoorbeeld samen boodschappen doen, samen met de zorgvrager naar een film gaan, met de zorgvrager een puzzel maken, enzovoort. Je kunt dan je tijd en aandacht richten op een bepaalde cliënt.

Groepsactiviteiten:

Bij groepsactiviteiten kunnen cliënten elkaar leren kennen, elkaar leren helpen of leren samenwerken.

Individuele activiteiten:

Wat is een voorbeeld van een groepsactiviteit?

1. Met een cliënt de was doen .
2. Met de afdeling naar de bioscoop gaan.
3. De krant voorlezen aan een cliënt .
4. Met een cliënt een spelletje doen.

Doelgroepen

1. Baby.
2. Peuter.
3. Kleuter.
4. Schoolkind.
5. Jongeren.
6. Volwassenen
7. Ouderen. 

Doelen van activiteiten:

• Ontwikkeling;
• Zelfstandigheid;
• Ontspanning;
• Vorming;
• Sociaal contact;
• Beweging;
• Geheugen;
• Gedrag.

Soorten plannen

• behandelplan (arts, psycholoog, psychiater)
  
• begeleidingsplan (disciplines die vooral begeleiden)
  
• verpleegplan (verpleging en verzorging)
  
• activiteitenplan (activiteitenbegeleider)
  
• handelingsplan (basisschool en voortgezet onderwijs)
  

Zou jij als activiteitenbegeleider willen werken?

Ja, het lijkt mij best leuk!

Ik weet het nog niet.

Nee.

Activiteitenplan

Hierin worden de activiteiten van een cliënt of een groep cliënten

beschreven. Meestal wordt dit opgesteld door een activiteitenbegeleider.

Het activiteitenplan kan onderdeel zijn van een zorgplan of een begeleidingsplan.

Het wordt opgesteld met de cliënt samen en vaak met de vertegenwoordigers van de cliënt. Daarna wordt het omgezet in een activiteitenprogramma.

Activiteitenprogramma

Het activiteitenprogramma:

• Is uitgebreider dan een activiteitenplan.
  
• Het activiteitenprogramma kan per dag, per week of per maand worden uitgewerkt. Als helpende is het handig om te weten wat je cliënten doen, op welke dag en welk tijdstip, zodat je ze kan voorbereiden of ervoor kan zorgen dat ze op tijd op de juiste plek zijn.
  

Activiteitenformulier

• Hierin beschrijf je welke activiteit je gaat doen. 
• Waarom je hiervoor gekozen hebt, dus het doel. 
• Wat je nodig hebt om de activiteit uit te voeren.
• Een korte omschrijving van de activiteit.
• De duur van de activiteit.

Aan de slag

1. We gaan klassikaal een activiteitenformulier doornemen.
2. Vul een activiteitenformulier in voor een knutselactiviteit. Het thema is Koningsdag. Kijk even goed of alle materialen aanwezig zijn want... Je gaat de knutsel zelf maken!

• Het activiteitenformulier staat in Canvas.

Ben je klaar met het formulier?

Dan ga je aan de knutsel!

1. Pak de materialen uit de kast.

2. Knutselen maar!

3. Evalueer: Heb je het formulier goed ingevuld?