schrijven: grammatica/spelling 4TL

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

opwarmertje

Op veel scholen word/wordt schrijfvaardigheid ook in het SE getoetst/getoetsd.

1. Welke spelling is goed?

2. Verdeel de zin in zinsdelen.

uitleg:

Op veel scholen/ wordt/ schrijfvaardigheid/ ook/ in het SE/ getoetst.

worden

ik word

je/jij wordt

hij/zij/het wordt

't kofschip-x:  toets(en) --> toets --> s staat in 't kofschip-x

Zet zinsdeelstrepen

Straks weet je hoe schrijfvaardigheid getoetst word/wordt.

antwoord

Straks /weet/ je// hoe schrijfvaardigheid /getoetst/ word/wordt.

Maak:

opdracht 1 van het stencil

antwoorden:

a. gebeurt (pvtt)  / luistert (pvtt)

b. doorpasst (pvtt) / storend (od) / vertoont (pvtt)

c. ontvangt (pvtt) / verblijft (pvtt) / agelopen (vd)

d. vervangt (pvtt) / mediteren (infinitief)

e. verdwijnt (pvtt) / vertrekt (pvtt)

f. probeert (pvtt) / relaxend / worden (infinitief)

g. vindt (pvtt) / geslaagd (vd) / verandert (pvtt)

h. antwoordde (pvvt) / werd (pvvt) / gevraagd (vd)

i. verwachtte (pvvt) / merktte (pvvt) / freaktte / pratend (od) / 

   schreeuwend (od) / verscheen (pvvt)

ww-spelling - les 2 (blz.117)

Doel: Je kan werkwoorden in een zin goed spellen

programma

• klassikaal opdracht 1 zin b en i nabespreken.
• uitleg PV IN SAMENGESTELDE ZINNEN (blz. 118)
• Maken:  2 t/m 4

werkwoordspelling - les 3 blz. 118

Doel: Je kan werkwoorden correct spellen.

programma

• mededelingen
• opwarmertje
•  nabespreking opdr. 4 (H7.2)
• uitleg tegenwoordig deelwoord
• maken: 5  en 6 + nakijken
• Klaar: start met 7.3 opdr. 1 en 2

mededelingen

1. november SE- week: schrijftoets
2. januari: kijk-luister toets + voorbereiding sollicitatietraining
3. februari: sollicitatietraining
4. maart SE-week: leesvaardigheid
5. maart: SE spreekvaardigheid

opwarmertje

Ik wil graag dat jij tijdens onze presentaties (vertellen)... .

Hoe schrijf je het werkwoord en hoe weet je dat?

VD en TD

IK heb jou gisteren gebeld.

Ze gaat bellend op de fiets naar school.

--> Welk verschil zie je bij de werkwoorden in de bovenstaande zinnen?

je schrijf je dat?

- VD: gebruik 't Kofschip-x

- TD: schrijf het hele werkwoord + d