In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Doel
Aan het einde van deze les weet je hoe je de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en het voltooid deelwoord spelt.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
Slide 3 - Tekstslide
persoonsvorm
tegenwoordige tijd
enkelvoud
ik
....jij/je
gebiedende wijs
stam
u
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t
meervoud
wij/we
zij
jullie
...
hele werkwoord
Het hele werkwoord -en noemen we de stam.
Meervoud van dingen telt ook als meervoud
De honden lopen over straat.
Alle planten hebben water gekregen.
Alle stopcontacten zijn beveiligd.
Een moeilijk woord voor hele werkwoord is infinitief
Slide 4 - Tekstslide
De tegenstander (aanvaarden) de uitslag niet.
Slide 5 - Open vraag
Jij (worden) altijd snel kwaad.
Slide 6 - Open vraag
Ik (vinden) klassieke muziek mooi.
Slide 7 - Open vraag
persoonsvorm
verleden tijd
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden.
Je moet ze onthouden.
lopen - liepen
slapen - sliepen
geven - gaven
+te
+de
+ten
+den
In de verleden tijd gebruik je het 't ex-kofschip
om zeker te weten of je +te of +de moet schrijven.
Slide 8 - Tekstslide
Gebruik 'T eX KoFSCHiP of TaXiKoFSCHiP
Slide 9 - Tekstslide
TaXiKoFSCHiP
Ik (wachten v.t.)
Stap 1. Hele werkwoord -en Wacht
Stap 2. Staat de laatste letter in TaXiKoFSCHiP? Stap 3. JA? --> Te/Ten Nee? --> De/den
Stap 4. Ik wachtte
Slide 10 - Tekstslide
Vul de pvvt in: De docent (starten) de les en (controleren) het huiswerk.
Slide 11 - Open vraag
Vul de pvvt in: De hond van de buren (blaffen) erg hard
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord vertelt dat iets klaar is of afgelopen. Dit is de voltooide tijd.
Het voltooid deelwoord begint meestal met ge-. Daarna volgt de aangepaste stam (ik-vorm).
Een voltooid deelwoord eindigt op –en, -t of - d
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoe schrijf je het nou?
Het voltooid deelwoord eindigt op -t als de stam (hele werkwoord zonder -en) eindigt op een t, x, k, f, s, c, (c)h of p. Dat zijn de medeklinkers in taxikofschip.
Slide 16 - Tekstslide
Taxikofschip
Wel? stam + t Niet? stam + d
Hele werkwoord
stam
stam + te(n)
vd eindigt op t
Kosten
kost
kostte(n)
gekost
Mixen
mix
mixte(n)
gemixt
Gebruiken
gebruik
gebruikte(n)
gebruikt
Slide 17 - Tekstslide
Taxikofschip
Wel? stam + t Niet? stam + d
Hele werkwoord
stam
stam + de(n)
vd eindigt op d
antwoorden
antwoord
antwoordde(n)
geantwoord
wandelen
wandel
wandelde(n)
gemixt
voeren
voer
voerde(n)
gevoerd
Slide 18 - Tekstslide
Let op!
De stam van werkwoorden die eindigen op -ven en -zen eindigt op -v en -z (hele werkwoord zonder -en). De -v en de -z zitten niet in taxikofschip en dus eindigt het voltooid deelwoord op d.
De persoonsvorm (pv) tegenwoordige tijd enkelvoud kan hetzelfde klinken als het voltooid deelwoord (vd), maar je schrijft de twee vormen niet op dezelfde manier: