Donderdag 7 november

Donderdag 7 november
Lesuur
Docent
Lesuur
Docent
08.30 - 09.15 uur Inloop
09.15 - 10.00 uur NT2 - Boek
Les 3.6 Uitleg
Mevrouw Marieke
10.00 - 10.20 uur Pauze
10.20 - 11.05 uur NT2 - boek
Les 3.6 Opdrachten
Mevrouw Marieke
11.05 - 11.50 uur Rekenen
Meneer Antoon
11.50 uur Naar huis!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Donderdag 7 november
Lesuur
Docent
Lesuur
Docent
08.30 - 09.15 uur Inloop
09.15 - 10.00 uur NT2 - Boek
Les 3.6 Uitleg
Mevrouw Marieke
10.00 - 10.20 uur Pauze
10.20 - 11.05 uur NT2 - boek
Les 3.6 Opdrachten
Mevrouw Marieke
11.05 - 11.50 uur Rekenen
Meneer Antoon
11.50 uur Naar huis!

Slide 1 - Tekstslide

NT2 - boek thema 3, les 3.6
We starten samen met:
  • De instructie
  • Werkblad 3.6 (in tweetallen).

Dan ga je zelf aan het werk:
  • Je maakt de opdrachten 53, 54, 55, 56 en 57.
  • Klaar? Ga verder op de laptop met les 3.6.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag:

Na de les van vandaag:

  • weten jullie wat een scheidbaar werkwoord is;
  • hebben we geoefend met zinnen met scheidbare werkwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Grapje:

Twee slakken zijn aan het wandelen. 
'Doei, ik ga hier oversteken', zegt de één. 
Zegt de andere: 'Nee, niet doen! Morgen komt de bus!'

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord heeft 2 woorden:
een werkwoord en een ander woordje.

schoonmaken = schoon + maken 
aankomen = aan + komen
nadenken = na + denken

Slide 5 - Tekstslide

Hoe gebruik je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst wie/wat(onderwerp). Dan het werkwoord (persoonsvorm) wat je aan aanpast aan het onderwerp. Het andere woord staat op de laatste plaats in de zin:
(schoonmaken) Ik   maak   de keuken   schoon.
(aankomen) De trein   komt   om 10:00 uur   aan.
(nadenken) Wij   denken   eerst  na

Slide 6 - Tekstslide

Twee werkwoorden in de zin?
Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin. 



Slide 7 - Tekstslide

Nu komen er vragen
Je hoeft alleen de woorden in te vullen.
Dus als er gevraagd wordt:

Wat is het hele werkwoord in deze zin?
Mijn dochter belt haar vriendin op.

Dan is het antwoord: opbellen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord?

De docent legt de opdracht uit.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord?

Ik maak de tafel schoon.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord?

Ik schrijf de woorden op.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.

De docent ...... haar jas ......(ophangen).

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.

Ik ....... de som ........ (uitleggen).

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.

Hoe moet ik dit probleem ........ (oplossen)?

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.

De wedstrijd moet .......(doorgaan).

Slide 15 - Open vraag

Nu 2 werkwoorden! Schrijf in de goede vorm

Het kind ....... de straat ....... (mogen-oversteken)

Slide 16 - Open vraag

Schrijf in de goede vorm
Ik ....... de keuken vanmiddag ....... (gaan schoonmaken)

Slide 17 - Open vraag

Terug naar Taalcompleet  
  • Pak werkblad 3.6 en het witte papier. Welk scheidbaar werkwoord hoort bij welke foto? Knip de foto uit, knip de werkwoorden uit. Plak ze naast elkaar op het werkblad. Schrijf daarna een zin ernaast..
  • Ga daarna verder met de opdrachten in het boek (opdrachten 53, 54, 55, 56 en 37);
  • Klaar? Ga verder op de laptop met les 3.6.


Slide 18 - Tekstslide

Pauze
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Verder met Taalcompleet  
  • Pak werkblad 3.6 en het witte papier. Welk scheidbaar werkwoord hoort bij welke foto? Knip de foto uit, knip de werkwoorden uit. Plak ze naast elkaar op het werkblad. Schrijf daarna een zin ernaast..
  • Ga daarna verder met de opdrachten in het boek (opdrachten 53, 54, 55, 56 en 37);
  • Klaar? Ga verder op de laptop met les 3.6.
  • Klaar? Je krijgt van de docent een extra werkblad om te oefenen met de scheidbare werkwoorden.


Slide 20 - Tekstslide

Rekenen
Meneer Antoon komt in de klas en gaat met jullie rekenen/wiskunde doen.

Slide 21 - Tekstslide

Pauze
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide