Quiz H6. Formules CO1F

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

a. we lezen deze tekst hieronder samen
b. dan beantwoord je de vraag
Dit is geen simpele vraag.
Concentreer je dus goed!
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Op welke afstand is het onweer ongeveer?
A
2 km
B
2 + 2/3 km
C
2.5 km
D
3 km

Slide 3 - Quizvraag

Wat is hier de formule?
A
Aantal tafels x 4=aantal stoelen
B
Aantal tafels x 3 + 2 = aantal stoelen
C
Aantal tafels x 2 + 7 = aantal stoelen

Slide 4 - Quizvraag

Hoort deze tabel bij een lineair stijgende of dalende grafiek?
A
lineair stijgend
B
lineair dalend

Slide 5 - Quizvraag

40 - weken x 3 = kosten
Bij deze formule hoort een...
A
stijgende grafiek
B
dalende grafiek

Slide 6 - Quizvraag

bij de formule
tijd x 3 + 10 = bedrag
hoort een....
A
stijgende grafiek
B
dalende grafiek

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke formule hoort een stijgende grafiek?
A
afstand = -9 x tijd + 1
B
afstand = -2 x tijd + 3
C
afstand = 8 x tijd + 9
D
afstand = -4 x tijd + 2

Slide 8 - Quizvraag

Wat is niet juist?

En lineaire grafiek...
A
is een rechte lijn
B
heeft een startgetal
C
heeft een hellingsgetal
D
is altijd stijgend

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het begingetal?
A
Er is geen begingetal
B
0,05
C
50

Slide 10 - Quizvraag

De formule bij een lineaire grafiek maken:
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de formule.
staat bij de horizontale as
stijggetal
begingetal
staat bij de verticale as

Slide 11 - Sleepvraag


Wat is hier het hellingsgetal?
A
0
B
6
C
3
D
1,5

Slide 12 - Quizvraag

y =             x + 
Maak de formule af 
b
10
0
10
0,4

Slide 13 - Sleepvraag

De woordformule is...
A
Aantal attracties keer 2,50 plus 15 is het totale bedrag
B
Aantal attracties keer 15 plus 2,50 is het totale bedrag

Slide 14 - Quizvraag

De formule is...
A
Aantal attracties x 2,50 + 15 = totale bedrag
B
Aantal attracties x 15 + 2,50 = totale bedrag

Slide 15 - Quizvraag

De uitkomsten van de formule komen in de ... van de tabel.
A
Bovenste rij
B
Onderste rij

Slide 16 - Quizvraag

Gegeven is de formule:
Aantal attracties x 2,50 + 15 = totale bedrag.

Welke waarde hoort er bij het vraagteken?
Aantal attracties
0
1
2
3
Totale bedrag
?
A
0
B
17,50
C
15

Slide 17 - Quizvraag

Gegeven is de formule:
Aantal attracties x 2,50 + 15 = totale bedrag.

Welke waarde hoort er bij het vraagteken?
Aantal attracties
0
1
2
3
Totale bedrag
15
17,50
?
22,50
A
15
B
20
C
17,50

Slide 18 - Quizvraag

Stijgend
Dalend
Stijgt of daalt de grafiek?
1 + aantal uren x 3 = totale bedrag
275 + aantal minuten x 50 = totale bedrag
 27 - aantal dagen x 2 = hoogte

Slide 19 - Sleepvraag

Het snijpunt zit bij (6,18)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

60
timer
2:30
60
62
64
70
68
66
50
52
54
56
58

Slide 21 - Sleepvraag

Stel een formule op:

Slide 22 - Open vraag

Geef de coördinaten van het snijpunt
Blauwe Bert:

Bedrag (euro) =7×tijd (uren)
Groene Gijs:

Bedrag (euro) =4+5×tijd (uren)

Slide 23 - Tekstslide

Bedrag (euro) =7×tijd (uren)
Bedrag (euro) =4+5×tijd (uren)

Slide 24 - Woordweb

Een formule is een regel in woorden maar dan korter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Bij een regel in woorden gebruik je wiskundige tekens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Een regel in woorden beschrijft welke berekening je moet uitvoeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

De formule
9 - tijd x 4 = bedrag
is een
A
stijgende grafiek
B
dalende grafiek

Slide 28 - Quizvraag

Waar zie je een lineaire grafiek?

A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag



Wat is het begingetal?
A
7,50
B
12,50

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het begingetal?
A
200
B
5
C
0
D
80

Slide 31 - Quizvraag


Wat is het begingetal?
A
2,50
B
4

Slide 32 - Quizvraag


Wat is het hellingsgetal?
A
25
B
75

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het startgetal in deze grafiek?

Slide 34 - Open vraag

Maak de formule af:
y = ax + b

Slide 35 - Open vraag


Wat is hier het begingetal?
A
0
B
6
C
3
D
1,5

Slide 36 - Quizvraag

Maak de formule af
y = ax + b
a = 1,5 en b = 6
gebruik geen spaties

Slide 37 - Open vraag

y =             x + 
Maak de formule af 
b
10
12
3
1,5

Slide 38 - Sleepvraag

Gegeven is de formule:
Aantal attracties x 2,50 + 15 = totale bedrag.

De beginwaarde is...
A
2,50
B
15
C
???

Slide 39 - Quizvraag

Na een feest gaat Agnes de kratjes met lege flesjes inleveren. Het statiegeld voor elk leeg flesje is €0,10. Voor het lege kratje is het statiegeld €1,50.
Agnes levert een krat in met 12 flesjes. Hoeveel statiegeld krijgt ze?
A
€1,20
B
€1,50
C
€1,60
D
€2,70

Slide 40 - Quizvraag

Sleep de juiste waarden op de juiste puntjes om de woordformule af te maken.
Aantal flesjes x
+
= statiegeld
...
...
€0,10
€1,50

Slide 41 - Sleepvraag

0
5
4
8
18
30
10
15
20
25

Slide 42 - Sleepvraag

timer
1:00

Slide 43 - Sleepvraag

timer
0:30

Slide 44 - Sleepvraag

Als er bij een vast getal telkens iets wordt opgeteld, is de grafiek ...
A
Stijgend
B
Dalend

Slide 45 - Quizvraag


Slide 46 - Open vraag


Slide 47 - Open vraag

Paragraaf 7.5: Vergelijken met grafieken

Vanaf hoeveel uur is 
het andere bedrijf
goedkoper?
Een snijpunt is het punt waar de grafieken elkaar snijden.

Slide 48 - Tekstslide