Weefselvloeistof en Lymfe

Leerdoelen

- Je beschrijft het verschil tussen bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe.

-Je benoemt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe.

-Je kunt de functie van lymfeknopen in het lymfestelsel beschrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

- Je beschrijft het verschil tussen bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe.

-Je benoemt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe.

-Je kunt de functie van lymfeknopen in het lymfestelsel beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Lymfevat in detail: 

Slide 2 - Tekstslide

Thymus onderdeel lymfestelsel
De thymus is vooral actief bij kinderen, tot de puberteit. Daarna verschrompelt de thymus en komt er vetweefsel voor in de plaats. De thymus verdwijnt meestal niet helemaal.

Thymus is betrokken bij het maken van 
rijpen van de T-lymfocyten 

Slide 3 - Tekstslide

Lymfevocht
DUS:
bloedplasma gaat het weefsel in => weefselvocht
weefselvocht gaat terug het bloed in => bloedplasma
weefselvocht gaat de lymfevaten in => lymfe

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 7 - Quizvraag

In welk of welke typen vocht kunnen antistoffen voorkomen?
A
Alleen in bloed
B
In bloed, lymfe en weefselvloeistof
C
In bloed en lymfe
D
In bloed, lymfe, weefselvloeistof en traanvocht

Slide 8 - Quizvraag

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 9 - Quizvraag

In welke richting stroomt de lymfe?
A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN functie van een lymfeklier?
A
productie van lymfe
B
zuiveren van lymfe
C
productie van witte bloedcellen

Slide 11 - Quizvraag

Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms

Slide 12 - Quizvraag

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Check je studiewijzer
Heb je je leerdoelen behaald?
 
B5 Weefselvloeistof en lymfe
   (lezen blz 106 t/m 108)
 Maken opdrachten 39 – 40 -41
Blz 125 werkboek

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Weefselvloeistof
  • Bloedplasma: water met opgeloste stoffen
  • Bloedplasma haarvaten uit geperst naar cellen weefsel --> weefselvloeistof
  • Gedeelte weefselvloeistof terug haarvaten in --> bloedplasma
  • Gedeelte weefselvloeistof in lymfevat --> lymfevloeistof

Slide 16 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen?

Stap 1:
Bloedplasma wordt weefselvloeistof.
(Bloedplasma buiten een haarvat noem je weefselvloeistof).

Stap 2:
Opname van stoffen uit de weefselvloeistof.

Slide 17 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Vanuit de weefselvloeistof nemen de cellen glucose en zuurstof op.

Koolstofdioxide, water en andere afvalstoffen worden weer afgegeven aan weefselvloeistof.

Slide 18 - Tekstslide

lymfe
Weefselvloeistof die niet teruggaat in de haarvaten wordt afgevoerd door het lymfestelsel ->lymfe.
In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van ziektekiemen.
Daarnaast maken de lymfeknopen witte bloedcellen.
De lymfevaten komen samen in enkele grote aders, vlakbij het hart.

Slide 19 - Tekstslide

Thema Transport
  Afronden PO Transport

Opdrachten studiewijzer maken en nakijken

D-toets blz 113 t/m 120 handboek of online via test jezelf

Slide 20 - Tekstslide