2 Grieken - 1 Het leven in een Griekse statstaat

h2 les 1
Grieken
2
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
1 - Het leven in een Griekse Stadstaat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Grieken
2
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
1 - Het leven in een Griekse Stadstaat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
Stadstaten
Rond 450 v.C. woonde aan de randen van het Middellandse Zeegebied een volk dat we de Grieken noemen.

Woonden niet in één staat, maar verdeeld over ongeveer 700 verschillende stadstaten.

Stadstaat - Stad met omringend land, ook wel polis genoemd.

De grootste en bekendste stadstaten waren Athene en Sparta.

Hoewel er veel verschillen waren tussen de stadstaten, zoals hun bestuur. Maar ze hadden ook veel gemeen, zoals hun cultuur.
De stad Athene is gebouwd rond een heuvel. Op de heuvel staan de belangrijkste tempels. Helemaal bovenop staat de tempel voor Athene, de godin van de stad. 

Slide 7 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
De Griekse burger
In de Griekse stadstaten bestond een grote ongelijkheid tussen mensen.

Zo was er verschil tussen vrije mensen en slaven. Slavernij was in het oude Griekenland heel normaal. 

Je kon slaaf worden gemaakt tijdens een oorlog, maar je kon ook als slaaf geboren worden, als je ouders slaaf waren.

Slaven deden allerlei soorten werk. Soms waren ze zelfs leraar.

Het kwam voor dat slaven werden vrijgelaten of dat zichzelf vrijkochten.

Slide 8 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
De Griekse burger
Et was ook ongelijkheid tussen vrije mensen onderling.

Bovenaan stonden de mannelijke burgers die rijk waren en afkomstig uit de stad zelf. Zij hadden burgerrecht.
Van hen werd verwacht dat ze in tijden van oorlog meevochten.

In ruil daarvoor mochten ze meebeslissen over het bestuur van de polis, met name over de vraag of er oorlog moest komen of niet. 

In het begin mochten maar weinig mannen meepraten. Je moest namelijk je oorlogsuitrusting zelf betalen. Alleen mannen met veel land konden dit betalen.
Zwaarbewapende soldaten vechten bij een gesneuvelde collega. (Detail van een vaas uit de stadstaat Korinthe, ca. 625-600 v.C.)

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
De Griekse burger
Later kregen in sommige stadstaten, zoals Athene, ook arme boeren en handwerkslieden inspraak; als eenvoudige roeiers op de vloot waren zij onmisbaar voor de oorlogvoering.

Vrouwen, vreemdelingen en slaven hadden geen burgerrecht.

Zij waren militair niet belangrijk en mochten dus niet meebeslissen, zo redeneerden de vrije Griekse mannen.

Slide 10 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
Het leven in een Griekse stadstaat
De meeste mensen in een Griekse stadstaat leefden van de landbouw. Ze verbouwden vooral graan, druiven en olijven.

In de smalle bergdalen was het echter niet makkelijk voldoende graan te produceren. Daarom dreven de Grieken ook veel handel. De Grieken waren zeevaarders en hadden overal langs de kusten van de Middellandse Zee en Zwarte zee handelscontacten.

Slide 11 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
Het leven in een Griekse stadstaat
De taakverdeling tussen Griekse mannen en vrouwen was heel strikt. De man was het hoofd van het gezin.

Zij zorgden voor het inkomen en bepaalde bijvoorbeeld met wie zijn dochters trouwden.

Rijke jongens kregen uitgebreid onderwijs. Ze leerden rekenen, schrijven en lezen. Ook sport was erg belangrijk. Jongens uit armere gezinnen kregen minder lang onderwijs. Meisjes helemaal niet.

Slide 12 - Tekstslide

h2 les 1
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500
Het leven in een Griekse stadstaat
Vrouwen hadden minder rechten dan mannen. Zij stonden altijd onder toezicht van een man, meestal hun vader of echtgenoot, en mochten niets doen zonder hun toestemming.

Vrouwen in rijke families moesten bovendien in huis blijven. Wel gaven ze daar leiding aan het huishouden: ze hielden toezicht op de huisslaven en beheerden het geld.

Meisjes trouwden vroeg, soms al op hun veertiende. Hun opvoeding stond in het teken van het toekomstige huwelijk.

Arme vrouwen werkte vaak buitenshuis. 

Een vrouw spint een draad van een pluk wol. Spinnen en weven waren voor de Grieken typisch vrouwenwerk. (Vaas uit Athene, ca. 490-470 v.C.)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Maken opdracht 3 t/m 13 par 2.1

Slide 16 - Tekstslide